vrijdag 4 december 2015

De wisselvallige kroon






het hertenkamp in Baarn lang geleden
Als je in Baarn gaat kijken in het hertenkamp zie je ook zo'n mooi hert met een geweldig gewei. Het onderstaand verhaal vertelt iets over dit mooie gewei.




Voor het oog van jong en oud is het ranke, levendige vlugge hert onder de dieren favoriet. Voor den jager is het edel wild, dat hij echter in deze streken zelden of nooit onder schot krijgt. Het dient hier tot bezienswaardigheid, vrolijkt de openbare parken op en levert dan tevens aanschouwelijk onderwijs in de dierkunde aan de jeugd. Iedere stad, die zichzelf respecteert, houdt er een herten­kamp op na en men moet al een zeer ongeschikte tijd uitzoeken om aan het hek geen toeschouwers te vinden. Ouders beloven hun kinderen een goedkoop, maar altijd gewaardeerd plezier, als ze besluiten: "We gaan vanmiddag naar de hertjes kijken," een plezier, dat pas volledig is, als de tamme springers ook gevoerd mogen worden.

't Is veelal het sierlijke, bruin en wit gevlekte damhert, dat men in die kampen aantreft. Forser, fierder en rijker met gewei bekroond is het, edelhert, dat men in deze fotoserie ziet afgebeeld. In Nederland is het om zijn schadelijkheid bijna geheel uitgeroeid, maar op de Veluwe heeft men het toch weer ingevoerd, waar het de ree gezelschap houdt.

Interessant is het, iets te weten van het gewei, dat het edelhert zoo trots op zijn hoekige kop draagt, althans in den tijd, dat die hoofdtooi zich in goeden staat bevindt. Want ieder jaar verliest het, hert zin gewei, en ieder jaar vormt zich weer een nieuw. Het voortbrengen van de geweldige hoornmassa, waarin het dier zijn sterke wapen heeft, betekent voor hem een grote krachtinspanning. Onwillekeurig vraagt men zich af: waartoe dient die overdaad, als het gewei toch in de laatste wintermaand in het dorre blad van het bos terechtkomt, waar het vermolmt en vergaat of door eekhorens en muizen wordt opgegeten. Is het geen onverantwoordelijke verkwisting, die de natuur zich hier veroorlooft, een roofbouw aan de kracht van het wild.

Maar zo is het ook weer niet helemaal, Want alleen het kerngezonde edelhert is in staat, die kroon op zijn hoofd te vormen, alleen kerngezonde exemplaren smeden uit de kracht van hun Iichaam het wapen voor de tijd, dat zij met hun soortgenoten den strijd moeten aanbinden om het bezit van de hinde. Daardoor komt het, dat de zieke en zwakke dieren, wier krachten niet toereikend zijn voor het vormen van een aanzienlijke hoofdtooi, ook achterblijven als het gaat om het voortleven van hun bloed. Aldus is het hertsgewei een der vele middelen, waar de natuur zich van bedient om gezonde en sterke geslachten in stand te houden.
 


1. De "rozestokken" zitten los. Het Is voor het hert een zeer onaan­genaam gevoel, als een geweistang losraakt. Dit afvallen is meestal pijn­lijk; doorgaans bloedt de plek, waar de stang het opgeeft. Daarbij is door de eenzijdige belasting van den kop het evenwichtsgevoel van het wild over­stuur geraakt. Gelukkig verdwijnt na de eerste ook spoedig de tweede stang.


2. De kaalkop. Beide stangen zijn afgevallen en het hert is in dat opzicht nu gelijk aan de hinde, die het zonder gewei moet doen. Behalve aan de knobbels, waaruit straks het nieuwe gewei zal opgroeien, ziet men echter aan den dikken hals, den brede kop en de forse ge­stalte, dat hier een mannelijk exem­plaar, een hert, ligt te rusten.


 

3. Het nieuwe leven vertoont zich. - Talrijke bloedvaten drijven de bouwstoffen voor het gewei omhoog, als bij een boom, welke sappen zich na de winterrust in beweging zetten. De beenderhuid, die met een laag haar bedekt is, noemt de jager bast.


  
4 Snelle groei. - Reeds na enkele maanden is het gewei sterk in hoogte toegenomen; het onderste gedeelte is in zijn opbouw kant en klaar en de wasdom zet zich In de spitsen voort door het optrekken van nieuwe vormingsstoffen.



 
5. Het ruwe werk is klaar. - indrukwek­kend doet het voltooide bastgewei aan door de dikte van zijn stangen, die door een uit huid en haren bestaande laag beschut worden. Nog is het niet gehard en iedere onzachte aanraking veroorzaakt pijn. Langzamerhand wordt het ech­ter stevig en de beenderhuid droogt op, de bast die het tot dusver omgaf, raakt los.
 


6. Het hert schuurt. De toevoer van opbouwstoffen neemt al en houdt allengs geheel op. Het hert schaalt en schuurt de loszittende haren aan jonge bomen helemaal af, tot ook de laatste flarden van de bast wegvallen. De stangen kleuren zich donker, terwijl de uiteinden blank en wit glimmen.





7. Het is herfst. Tot nog toe deed het hert zijn best om zijn aanwezigheid niet te verraden, maar nu trekt het door zijn geschreeuw de aandacht van de hinden. Dan is het bereid om het tegen zijn rivalen op te nemen, want zijn wapen, het stevige gewei, is klaar. Luid galmt zijn strijdkreet door het bos.
 
 


8. In wintertijd. - Het veroveren en verdedigen van de hinde kost het hert veel inspanning. Als de stille wintertijd aanvangt, rust de koning van het woud vermoeid uit. Langzamerhand vormen zich onder aan het gewei inham­men, de stangen raken hun houvast kwijt, tot zij zich eindelijk van hun drager losmaken en ruimte laten voor het vormen van een nieuw gewei.












Leen Bakker

Geplaatst door L.J.A.Bakker 

http://ljabakker.magix.net/website


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter