donderdag 15 mei 2014

Ik blijf er niet voor thuis

de heer H.v.d.Veen uit Soest
Hoe ik 't vind meneer? Nou, om u de waarheid te zeggen, heel vaak vind ik 't vodden!" ...

" Met deze resolute bewering begint de heer H. v. d, Veen, rustend zakenman uit Soest, op 10 october 1953 ons kort vraaggesprek over televisie.

Hij gooit de spons in de emmer, en laat de ruiten van zijn Packard, die hij een goede beurt geeft, maar zoals ze zijn.

"Kijk, we zitten hier nog al afgelegen, practisch in het bos zoals u ziet - van uitgaan komt dan ook niet zoveel - en daarom- kijken mijn vrouw en ik graag naar de televisieprogramma’s. Ja, als 't een mooi programma is, dan geniet je. Anders kun je 't toestel beter afzetten!"

Wat nu?

Twee jaar Nederlandse televisie zijn nu voorbij. Per 1 October is officieel de experimentele periode afge­sloten. Maar op deze datum is nog geen periode van nieuw en grootser televisiebeleid ingeluid. Alles blijft nog voorlopig zoals het was; nog drie maan­den zullen de kijkers een rantsoen van twee avondjes in de week televisie worden geboden. In die drie maanden zullen de leiders van de omroepverenigin­gen en de regering zich nog weer verder kunnen be­raden over de vraag: wat nu? Meer zendtijd, meer geld, meer reclame, betere programma's? enz. Ondertussen hebben wij de mening gehoord van en­kele bezitters van televisietoestellen; zij zijn immers de meest directe belanghebbenden bij alles wat er op dit gebied zal gaan gebeuren. Wat vonden zij nu van de afgelopen programma's; hebben die hun be­vredigd ? Met andere woorden: kregen zij waar voor hun geld? En wat zijn hun wensen voor de toe­komst?!

De heer v. d. Veen uit Soest is verder van oordeel, dat er meer variatie in de program­ma's dient te komen; "en sportuit­zendingen, ja, vooral sport!" Inge­deeld naar de omroepverenigingen, vindt hij de programma's van de A.V.R.O. en de K.R.O. de beste. Op . onze vraag of hij meer zendtijd zou wensen, zegt hij: "drie of vier avon­den in de week lijkt mij genoeg." Mevrouw v. d. Veen uit zich blijmoe­diger over de televisie: "Ik verlang steeds naar de uitzendingen - ik sla er dan ook geen enkele over; nee, ik zou het toestel niet graag meer wil­len missen" ...
Mevrouw Poelgeest uit Hilversum

Blijft er niet voor thuis

"In het begin was de televisie een reuze nieuwtje", zegt mevrouw Van Poelgeest, uit Hilversum. "De eerste avonden was ons huis te klein voor al de buren en kennissen, die kwa­men kijken. Maar dat veranderde al gauw. Mijn man kijkt zo nu en dan wel eens; en ikzelf, wanneer ik niets anders te doen heb, ook wel. Maar ik blijf zeker niet voor de televisie thuis. De kinderen - er zijn er vijf, van een half tot zestien jaar - zijn er dol op. De oudsten mogen soms dan ook wel eens opblijven als er iets aardigs op het programma staat; dat moet je vooruit even goed bekijken, want lang niet alles is voor jonge ogen geschikt. Televisie is wel mooi, maar men moet zorgen dat men er de baas over blijft; televisie mag niet de baas zijn over ons!"

Van de verschillende programma's vindt mevrouw Van Poelgeest die van de A.V.R.O. en de N.C.R.V. de beste. En wat haar wensen voor de toekomst betreft, zegt deze moeder:

"Ik zou wel graag zien, dat er elke dag uitzendingen waren, zodat je wat meer kon uitkiezen naar je eigen smaak. Want ik ben er beslist tegen, zoals sommige mensen doen, het toe­stel aan te zetten en maar domweg af te wachten wat er geboden wordt. Je moet een keuze maken, en kun­nen maken, zoals bij radio" ...
familie Wijtzes uit Amersfoort

Meer sport!

De heer A. Wijtzes, architect te Amersfoort, kocht een televisieontvangtoestel ter gelegenheid van de kroning van de Engelse Vorstin. De­ze zeldzame, glorieuze gebeurtenis wilde hij in zijn huiskamer meebele­ven. De prachtig geslaagde uitzen­ding die hiervan werd gegeven, is voor de heer Wijtzes nog steeds het hoogtepunt van alles wat hij op het televisiescherm heeft gezien. Dan volgen de uitzendingen van de waterpolowedstrijden in Nijmegen, en de reportage van de opening van de Staten-Generaal. De heer Wijtzes is geen ontevreden televisiekijker, al stellen de programmas hem wel eens teleur. "Ik volg elke uitzending", zegt hij. "Ik kan niet zeggen, dat ik de pro­gramma's van een bepaalde omroep­vereniging beter vind; ik zie weinig verschil in kleur en gehalte. Meer zenduren? Ja, aan de ene kant wel, aan de andere kant niet. Het gevaar bestaat dan, dat je meer van je werk afgehouden zou kunnen worden. Al is het natuurlijk ook weer zo, dat je bij meer zenduren een betere selectie kunt toepassen. Wat ik graag meer zou willen zien, zijn sportuitzendin­gen."

Wij vragen de heer Wijtzes tenslotte nog, of hij het hinderlijk zou vinden, als de televisie werd gebruikt ook voor reclamedoeleinden. "Geen enkel bezwaar, mijns inziens. Voor mijn part zeggen ze driemaal in een uitzending "gebruik Schoonman's zeep" - als de kwaliteit van de uit­zending er maar beter door is!" ...

"Je blijft toch kijken" ...

familie Hamstra uit Weesp
"Veel te veel danspartijen voor de televisie tegenwoordig" . . . roept de ir A. Hamstra, fabrikant in Weesp, uit. "Slavische, Griekse, Spaanse ... Dat wordt maar vervelend. Ik kocht het toestel in Juli om de kroning te kunnen volgen, ah, dat was prima toen! Wij volgen elke uitzending. Nee, niet alles is even best. Men wordt vaak te hoogdravend naar mijn smaak. Soms, als de uitzending mij te saai of te treurig wordt, zet ik de televisiemuziek af, en vrolijke radio­muziek aan. Dan krijg je een grap­pige tegenstelling; dat is dan ten­minste experimentele televisie, waar je om kunt lachen ... Wat de ver­schillende omroepen brengen, is on­geveer gelijk. Wel was er eens een toneelstuk, gebracht door de Vara, waarin erg werd gevloekt. Wij zijn niet kerks, maar dit vonden we stui­tend. En wat de toekomst betreft: meer keuze, en dan vooral leuke to­neelstukken en goede films."

Op Prinsjesdag had de familie Ham­stra twee volledige klassen school­kinderen in de kamers rondom· het televisietoestel verenigd. "Ze vonden het schitterend de kinderen", vertelt mevrouw Hamstra, Mevrouw Ham­stra heeft ook nog een wens voor de toekomst: "bij meer zendtijd moet er ook eens iets gebracht worden spe­ciaal voor de oudere kinderen."

"'t Gekke is", vertelt nog de heer Hamstra, "dat, al bevalt het pro­gramma je niet, je toch aan het toe­stel blijft zitten. We hopen maar, dat we binnenkort ook BelgiĆ« zullen kun­nen ontvangen. Want als je .je af­vraagt: wat krijg ik nou eigenlijk voor het geld dat ik neergelegd heb, dan is dat maar verdraaid weinig" ..

Stroppen!
de heer Goldschmeding

De heer G. A. Goldschmeding Jr uit Amsterdam, handelaar in o.a. radio ­en televisietoestellen, organiseert in zijn zaak nu en dan shows.

"In het begin, toen de televisie nog een nieuwtje was", vertelt de heer Goldschmeding, "werden we bestormd met aanvragen. De laatste tijd gaat dat maar heel kalmpjes. Er zit geen schot in de verkoop van televisie­toestellen. De mensen zijn in 't alge­meen wel voldaan over wat ze te zien krijgen; maar het aantal zenduren is te weinig. Dat weerhoudt de meesten van kopen. Bij ruimere zendtijd, bij veelvuldiger internationale program­ma-uitwisseling, en wanneer vaker belangrijke actualiteiten voor de te­levisie worden gebracht, zal direct de publieke belangstelling stijgen." Afgescheiden van dit zakelijke oor­deel over de televisie, heeft de heer Goldschmeding ook persoonlijke wen­sen: "meer variatie, meer eigen ka­rakter in de uitzendingen, en meer "actuele flitsen."

En over eventuele reclame in de te­levisie, merkt de heer Goldschmeding op: "Persoonlijk zie ik daar geen be­zwaar in - financieel is dat wel no­dig. Op 't peil van de reclame-uitzendingen zal critisch toezicht nodig zijn. Even weinig opgewekte klanken hoorden we van andere handelaren:


de heer Lomans, handelaar uit Amersfoort
"Zolang ze zo doorgaan, tweemaal per week uitzenden, zit er voor ons niets in", zegt een verkoper uit Bussum. "Stroppen!" roept een andere veront­waardigd uit. Zie maar eens, ik heb hier vier toestellen staan: twee van 500, een van 700 en een van 1300 gul­den. Al 2 jaar staan die renteloos!" "Bij iedere stunt die de televisie brengt, verkoop je een paar toestel­len", vertelt een handelaar uit Amers­foort. "Dat duidt er op, dat de be­langstelling van het publiek heus wel op te wekken is. Er is de laatste tijd enige opleving merkbaar met het uit­zicht op de meerdere zenduren. Ik geloof trouwens niet, dat de mensen om de kosten van het kopen van een ontvangtoestel weerhouden worden. Want hoevelen hebben zich niet een bromfiets of een dure radio aange­schaft. De goedkoopste televisieontvanger kost nu 495 gulden."

Actuele reportages !


familie Mons uit Amsterdam
"We houden het licht er tegenwoor­dig maar bij aan" . . . zegt de heer M. Mons, zakenman uit Amsterdam, die vanaf het begin de televisie-uit­zendingen heeft gevolgd. Deze uitla­ting illustreert wel duidelijk, wat er veranderd is sinds die tijd, toen men hier, met de grote kring van kinde­ren en familie, in het donker rondom het televisietoestel zat· geschaard. Dat was op die uitzendavonden in de eerste weken, toen ieder zijn werk er voor liet rusten. Nu zitten vader, moeder en kinderen onder vol lamp­licht aan tafel, ieder bezig met zijn werk; en in de hoek staat eenzaam een man op het televisiescherm zijn causerie uit te praten ...

"Direct van het begin af heb ik de radio meegemaakt", vertelt de heer Mons. "Met de televisie wilde ik er ook meteen weer bij zijn. Ik zag er vooral mogelijkheden in voor mijn kinderen - wij hebben er negen, van 12 tot 25 jaar - voor ontspanning en geestelijke ontwikkeling. Er zijn echter te veel programma's geweest die volstrekt niet boeien. Wat de jon­gens graag zien zijn sportuitzendin­gen. Naar mijn mening moet de tele­visie veel meer brengen aan directe actuele reportages. De Kroning en Prinsjesdag waren hoogtepunten! En 'dan: goede toneelstukken en goede speelfilms!"

Stuitend

Het is geen chauvinisme van de heer Mons - be­kend N.C.R.V.-man - als hij de televisieprogramma's van de N.C.R.V. veruit de beste vindt; dat komt nu eenmaal doordat deze programma's hem qua strek­king en inhoud het beste liggen. Dan volgt, naar zijn oordeel, de K.R.O., die nog wel eens met een goed toneelstuk voor de televisie komt.

De heer Mons heeft ook nog wel iets aan te merken op de N.C.R.V.-programma's. Zo vindt hij de soms abrupte overgang van het lichte programma naar de dagsluiting, niet sluitend - eerder stuitend. Verder is de heer Mons van mening dat de N.C.R.V.-televisieprogramma’s, in hun geheel, zich te weinig onderscheiden van de andere programma's.

Als we hem de verlanglijst vragen voor de toekomst, zegt de heer Mons: "Meer zenduren, graag, maar dan ook betere programma's! En wat de N.C.R.V. be­treft: graag korte filmflitsen over actuele gebeur­tenissen uit de kerkelijke en Chr. sociale wereld. Ik wil niet alleen horen en lezen van een belangrijke bijeenkomst, vergadering of Bondsdag, maar ik wil er, in de vorm van een journaal, nu ook iets van zien!"

 



Dank aan Jolien Pruis te Baarn voor het artikel: "Ik blijf er niet voor thuis"
 
 

Leen Bakker
Geplaatst door L.J.A.Bakker

http://knipselsuitkranten.nl

http://www.grijsvuur.nl

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter