vrijdag 3 mei 2013

4 mei, herdenking oorlogsslachtoffers

Ik heb heel erg lang getwijfeld of ik dit artikel moet schrijven, maar ik heb besloten om het toch te doen. Waarschijnlijk zullen op dit artikel kritische reacties komen, maar het zij zo...

Dit jaar is net als vorig jaar in Nederland een discussie ontstaan over het lopen langs de Duitse graven in Vorden tijdens de dodenherdenking. Ik begrijp dat het moeilijk ligt. De grote veroorzakers van de ellende in de tweede wereldoorlog moeten op zo'n dag niet herdacht worden is de mening van veel mensen. Ik begrijp dat. De aangerichte ellende was enorm. Het leed was ondraaglijk. Toch ben ik van mening dat het niet zo zwart wit gezien moet worden.

Ik wil mijn gedachten toelichten door een voorbeeld van jonge knaap uit Baarn. Jacobus van der Weel wordt op 4 augustus 1923 in Amsterdam geboren. Kort voor de oorlog komt hij in Baarn te wonen, op de Smutslaan 12. In 1939 wordt hij ingeschreven bij de Baarnse School- en Werktuinen als jonge knaap van 15 jaar. Geen vuiltje aan de lucht zou je zeggen, ware het niet dat Jacobus' ouders sympathiseerden met de Duitsers. Stiefvader L. Meijer werd agent van 'De Zwarte Soldaat' het strijdblad van de paramilitaire tak van de NSB, de Weerafdeling (WA). Het blad was de voornaamste spreekbuis van de 'Dietsche' stroming van de NSB, die zich scherp verzette tegen de 'Groot-Germaansche' richting van de Nederlandsche SS. In zo'n gezin groeide Jacobus op. Amper 18 jaar oud werd Jacobus naar het oostfront gestuurd om daar in het Duitse leger te vechten tegen de Russen. Zoals zovelen sneuvelde Jacobus bij die gevechten, nog maar 18 jaar oud.

Ik wil hier niets goedpraten, maar ik ben oprecht van mening dat deze jonge knaap, die nog maar drie jaar geleden lid was van School- en Werktuinen,  aangemerkt moet worden als oorlogsslachtoffer en dat hij het waard is om herdacht te worden. Ik geloof niet dat een jongen van 18 jaar oud, die opgroeit in een gezin met zulke verziekte ideeën, zelfstandig en bij zijn volle verstand de beslissing genomen heeft om aan het oostfront te gaan vechten. Ik ben van mening dat die beslissing 100% voor rekening komt van de (stief)ouders die hem daartoe hebben aangezet.

Marlon, onze zoon, is nu 17 jaar oud. Hij zal dit jaar 18 jaar oud worden. Als nu, in 2013, de situatie zo zou zijn zoals in 1939/1940 en ik zou Marlon zeggen dat hij moest gaan vechten aan het Oostfront, dan zou hij dat gaan doen. Gewoon omdat ik zijn vader ben, hij vertrouwt mij 100%. Dat kun je hem niet aanrekenen.

Ik hoop dat ik mijn punt heb kunnen maken. Ik vind dat we op 4 mei, tijdens die twee minuten stilte, ook moeten stilstaan bij het overlijden van Jacobus van der Weel. Ook hij is oorlogsslachtoffer en hij verdient het, zonder goed te praten wat hij heeft gedaan.



Update 4 mei 2013:
Onderstaande reactie ontvingen we kort na plaatsing van dit artikel van dhr. H.M. Kraan:

Gedurende de oorlog waren dit onze buren en hoewel we er geen contact mee hadden wisten wij uiteraard  dat het NSB leden waren. Ik woonde zelf op Smutslaan 10 naast de Nieuwe Baarnsche School.
Het gezin was voor de oorlog al lang lid van de NSB, maar voor zover mij bekend liepen zij er niet mee te koop. Mijn vader, toen predikant, werd in de tweede helft 1943 of de eerste helft van 1944 gearresteerd, omdat wij joden hadden verborgen. Door waarschuwingen van een goede politieman konden we die joden op tijd laten verhuizen. Aan de ene kant zaten de ingekwartierde soldaten en aan de andere kant woonden NSB-ers. Dat was niet eenvoudig. Mijn vader werd opgesloten in het politiebureautje in Baarn en is toen door genoemde politieman geholpen te ontsnappen nadat hij in hongerstaking was gegaan. Zie daarvoor de Baarnsche Courant uit eind 1943 - 1944. Deze wachtcommandant liet 'per ongeluk' de celdeur open staan. We hebben nooit geweten wie deze politieman was, maar het moet een moedig mens geweest zijn, want hij deed dit met gevaar voor eigen leven. De twee joodse mensen hebben gelukkig de oorlog beiden overleefd. 

Nu dacht men natuurlijk dat de buurman ons had verraden maar niets is minder waar. Hoewel onze buren op de hoogte moeten zijn geweest is later gebleken dat zij ons niet verraden hebben. Dit was gebeurd door een  zogenaamde 'goede' Nederlander. De door U beschreven Jacob heb ik wel vaak gezien de zwarte kepie op met oranje bovenkant (Oranje Boven toch?) Dat werd deze jongelui altijd nageroepen. Maar ik heb Jacob nooit in SS-uniform gezien. Onze buurman bleek een NSB-er uit overtuiging te zijn geweest maar was absoluut niet verrukt van de Duitse inval, maar ja, en daarin ga ik met U mee, het gif zat er natuurlijk in. En het was zoals U schreef, de jongen keek op naar zijn vader en zijn nationale idealen. Misschien geeft dit enige nuance in uw betoog.
Met vriendelijke groet,
H. Kraan



Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op  Facebook en Twitter