donderdag 1 juni 2017

De Knipperbol weet u het nog?

Het is 14 december 1957. Men heeft ondekt, dat wij bestaan! En daarom zijn wij, voetgangers blij met de knipperbollen.


In Hilversum op de Groest stonden er wel 6. De knipperbollen voldeden niet en werden buiten werking gesteld
De voetgangers hebben enkele maanden geleden hun eerste overwinning behaald op het gemotoriseerde verkeer met de zebrapaden en oranje ballonnen, die in de volks­mond knipperbollen genoemd worden, een naam, welke eerder aan luxe­broodjes dan aan verkeerslichten doet denken. Eerlijk gezegd hebben wij de indruk, dat de overheid die dingen aan de voetgangers gegeven heeft om nu eindelijk ook maar eens iets voor hén te doen. Wij willen niet ontkennen, dat de knipperbollen nuttig zijn, maar de statistieken wij­zen uit, dat de verkeersongevallen, waarbij voetgangers betrokken zijn, voor slechts een gering percentage op oversteekplaatsen geschieden. Zij, die van de knipperbollen veel heil verwachten, zouden weleens bedrogen kunnen uitkomen. Het lugubere dodencijfer van de voetgangers, dat jaarlijks rond de vierhonderd zweeft, zal er niet in belangrijke mate door worden verlaagd.
Met de kinderwagen oversteken kan
 een gevaarlijke bezigheid zijn


Het voetgangersprobleem houdt ten nauwste verband met de snelle ontwikkeling van het motorische ver­keer. In verscheidene kranteartikelen, welke in de loop der jaren over dit onderwerp geschreven zijn, heeft men automobilisten en voetgangers ge­schilderd als gangsters en halve idioten. Wij zullen daar niet aan meedoen. We weten nu zo langzamerhand wel, dat er automobilisten zijn, die onverantwoordelijk rijden, en voetgangers, die de schijn wekken, dat zij een eind aan hun leven willen maken. Dergelijke lieden zullen er altijd blijven. Men kan alleen proberen door voorlichting en opvoeding in dit opzicht heeft het Verbond voor Veilig Verkeer het publiek reeds onschatbare diensten bewezen - hun aantal tot een minimum terug te brengen.
Het komt ons voor, dat men over het algemeen te veel en te nadrukkelijk over de schuldvraag twist, terwijl men aan de oorzaken, welke een ongeluk tot gevolg hebben, vaak onvoldoende aandacht schenkt. De ervaring heeft geleerd, dat deze oorzaken soms buiten de betrokkenen liggen; de gesteldheid van de weg kan bijvoorbeeld een rol spelen. Zo heeft de A.N.W.B. een jarenlange strijd gevoerd voor de verbetering van de oversteekplaats, welke in de verkeersgeschiedenis bekendstaat als het "dodenkruispunt Laren". Toen dit kruispunt, nadat er 'tientallen doden gevallen waren, eindelijk veranderd werd, hoorde men niet meer van ongelukken. Er zullen op dit kruispunt wel fouten gemaakt zijn en de rechter heeft inmiddels reeds lang de schuldvraag van elk ongeval afzonderlijk vastgesteld, maar wie zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor velen van deze slachtoffers? Zijn dat niet de instanties, die met de verbetering jarenlang getraineerd hebben! Een dergelijke strijd hebben de inwoners van Wassenaar moeten voeren voor de veiligheid van hun kinderen, die een drukke verkeersweg moesten oversteken. Het heeft hun heel wat moeite gekost, voordat zij hun voetgangerstunnel kregen.

Fietsers en bromfietsers gebruiken de trottoirs
Als men de voetgangers daadwerkelijk wil beschermen, zal men hun om te beginnen ruim baan moeten geven. In verschillende steden zijn voorbeelden aan te wijzen van trottoirs langs drukke verkeerswegen, die zo smal zijn, dat men bij het passeren soms de stoep, af moet, wat veelal levensgevaarlijk is. Bredere trottoirs en, als daardoor de rijweg te smal wordt, eenrichtingverkeer, zelfs al vraagt dit financiële offers voor het aanleggen van een parallelweg, zijn hier onzes inziens de enige oplossing. Zowel voetgangers als snelverkeer zullen van een dergelijke verbeterde situatie profiteren.
Zo weinig heeft men zich tot voor kort voor de voetgangers geïnteresseerd; dat men zelfs nog geen behoorlijk inzicht heeft in de oorzaken, welke tot verkeersongevallen leiden, waarbij voetgangers betrokken zijn. Enkele jaren geleden heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek verklaard, dat het niet het materiaal krijgt, dat geschikt is voor het vormen van een gefundeerd oordeel. Men heeft toen op verzoek van de A.N.W;B. een speciaal onderzoek ingesteld naar de ongevallen met dodelijke afloop, zodat wij u thans tenminste enkele globale cijfers kunnen geven.

Voor ouderen is oversteken vaak een
kwestie van leven en dood?
In de periode 1950-1954 hebben de voetgangers een triest record behaald met een dodencijfer, dat hoger is dan van welke andere groep verkeersdeelnemers ook, namelijk: 1940. Hiervan waren 882 slachtoffers jonger dan negen jaar en 739 vijftig jaar en ouder. Een groot aantal voetgangers vond de dood, omdat zij op een donkere weg van achteren waren aangereden. Personenwagens bleken met 714 doden de grootste vijanden van de voetgangers; daarna kwamen de vrachtauto's met 686 en verder in dalende lijn motorrijwielen (134), autobussen (108), trajns (90), paard-en-wagens (72) enzovoort. Personenwagens maken over het algemeen meer slachtoffers onder oudere personen. Wellicht zal men dit moeten toeschrijven aan de doorgaans grotere snelheid. Als dit inderdaad zo is, hebben de voetgangers reden tot juichen, nu in de bebouwde kom weer een maximumsnelheid is ingevoerd. Vrachtauto's maken meer slachtoffers onder de kinderen. Grote gevaren schuilen in het klimmen achter op de wagen of spelen achter een wagen, die plotseling achteruit gereden wordt.
Bij onderzoekingen komt men vaak tot verrassende ontdekkingen. Uit een Engelse publikatie, getiteld "The Child on the Road" - het kind op de weg - waarvoor men dertigduizend verkeersongevallen met letsel bestudeerd heeft, blijkt, dat' jongens van vijftien en zestien jaar driemaal zoveel ongevallen krijgen als vijf- en zesjarigen, die pas naar school gaan en van wie men gedacht had, dat zij in het verkeer het grootste risico droegen. Met dit al is de voetganger vooralsnog een paria op de weg. Dit geldt in hoge mate zelfs op wegkruisingen, waar politieagenten met stopborden staan. Als het bord op groen gezet wordt, krijgt men vaak nog geen gelegenheid om over te steken van wegen het verkeer, dat rechtsaf slaat. Ook verkeersagenten schijnen weleens te vergeten, dat er ook nog voetgangers zijn.

losliggende stoeptegels ook zo leuk!
Men is jarenlang in brede kringen voorstander geweest van ondergrondse oversteekplaatsen voor voetgangers. In sommige steden, onder andere in Arnhem, heeft men hiermee proeven genomen, maar het resultaat was verre van bevredigend: men maakte er weinig of geen gebruik van. Nu is het mogelijk, dat deze oversteekplaatsen niet bijzonder gunstig liggen, maar als men de voetgangerstunnel bij het Centraal Station te Amsterdam, waarop niets aan te merken is, als voorbeeld neemt, kan men ronduit zeggen, dat de voetgangers hard bezig zijn hun belangen te verprutsen. Het geld, dat in deze tunnel is gestoken, is echter niet weggegooid. Over enkele jaren zal het verkeer zo zijn toegenomen, dat men hem wel zal moeten gebruiken.
In de komende jaren zal het voetgangersprobleem meer dan ooit tevoren de aandacht hebben van de experts. De tijd dringt, want het aantal doden wordt steeds groter. In de periode van januari tot juli van dit jaar eiste het verkeer tweehonderdzesendertig slachtoffers onder de voetgangers. Het is een schrale troost, dat men daartegenover als recente verbeteringen de maximumsnelheid van het snelverkeer en de knipperbollen kan plaatsen, maar een begin is er. Men heeft blijkbaar eindelijk ontdekt, dat wij nog bestaan. Wij, voetgangers.
Geplaatst door L.J.A.Bakker 
 
http://www.grijsvuur.nl

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter  

Kom in actie en deel ook uw Baarnse herinneringen op Groenegraf.nl