dinsdag 28 februari 2017

Herinneringen van Hans (23): DE RODE DRAAD VAN HET FIETSEN - onze wielerpassie door de jaren heen (deel 5)

door Hans Smeekes

Het was in het jaar 1974 dat ik het idee kreeg om met de vakantie naar Frankrijk te gaan. Nou was dat geen erg originele gedachte, maar wel om dat op de fiets te gaan doen met twee heel kleine kindjes. En toen we dat ook opperden aan onze vrienden, werd dat met groot ongeloof ontvangen. 
‘We gaan naar Parijs,’ verkondigde ik overal, ‘op de fiets’. Zelfs mijn eigen broer Gerard, die toen veel bij ons over de vloer kwam, kon het nauwelijks geloven.


Mijn ex-vrouw Diny en ik waren toen pas enkele jaren getrouwd en hadden twee dochters, Kathinka van 4 jaar en Natasja van 2 jaar en heel weinig geld. Dat laatste stond tevens basis aan het idee. Onze vakantie mocht niet veel geld kosten. 




We woonden toen aan de Schaepmanlaan, in één van de bekende flats. 






Uiteraard waren wij ook niet 100% zeker van onze zaak of dat wel zou lukken, zeker met die kleintjes erbij en dus gingen we eerst proefdraaien op de Veluwe. 
Mijn sportfiets was voor het doel niet geschikt (bovendien bijna ter ziele) en dus kocht ik de gewoonste fiets die er maar was. Als ie maar stevig was, want er moest een kindje mee vervoerd worden en een grote hoeveelheid bagage. 


En mocht ook niet te veel geld kosten. 
Geen versnellingen en geen handremmen. 

Slapen zouden we gaan doen in een tentje en dus togen we voor dat doel naar Hilversum, waar we ons het kleinste tentje aanschaften, dat we maar konden vinden. Van kunststof. Het was iets nieuws voor die tijd. Eénlaags. Kleur: oranje/rood, dat weet ik nog heel goed. 

We gingen het uitproberen op een camping op de Veluwe. Ergens bij Hoenderlo in de buurt. 
Er zat een minimaal voorstukje aan en in de tent zelf konden Diny en ik net naast elkaar liggen met de oudste tussen ons in en de jongste in dwarse richting boven onze hoofden. 


Toen we daar aankwamen was iedereen verbaasd over ons kleine tentje en waren we gelijk de trekpleister van de camping. Niemand begreep dat dat kon. Nou dat kon dus wel, maar de andere test was het fietsen zelf met Natasja tussen mijn armen in het voorzitje aan het stuur. 




Ik herinner me nog heel goed, dat haar hoofdje tegen mijn linker of rechterarm aanhing en als ik dan goed keek, dan lag ze gewoon zo te slapen. Tot groot genoegen van mensen die we tegenkwamen. Dus had ik veel succes (vooral bij de dames) met zo’n lekker enigszins donker ogend koppie tegen me aan.

Onze oudste dochter Kathinka ging bij mijn vrouw Diny achterop.
Ook zij kreeg veel belangstelling met haar wapperende blonde haartjes in de wind als ze tenminste niet de capuchon moest opdoen omdat het weer soms wel wat te heftig was, zoals bijvoorbeeld aan de kust van Oostende.

Bij mij achterop gingen twee fietstassen plus een grote baal met de spullen en daarop het oranje tentje. Die baal was een stuk stevig katoen, waar Diny een soort plunjezak van had genaaid. Dat werd alles bijeen toch aardig wat kilootjes. 


De uitkomst was heel goed en vooral de kinderen hielden zich heelgoed. Echt geweldig.

En dus zijn we vlak erna richting Frankrijk getrokken. Inmiddels had ik Parijs bijgesteld tot Bretagne. En als we dat niet konden halen dan toch minimaal Normandië. We zijn nog bij mijn broer Gerard, die schuin tegenover de fotowinkel van Zandvoort woonde in de Amalialaan, ‘s morgens in alle vroegte langs gereden om ons door hem te laten uitzwaaien.
Het was in de tijd dat het Nederlands elftal, met aan het hoofd de toen onnavolgbare Johan Cruyff, op het WK van 74 in Duitsland de ene wedstrijd na de andere won. In de kantine van de Veluwse camping had ik het Nederlands elftal nog zien winnen van de Uruguayanen, die toen kansloos waren. 
Vrijdags vertrokken we en zondag zou de finale zijn. Dat kwam toevallig zo uit en ik was er bij het bepalen van de vakantieperiode niet vanuit gegaan dat Nederland de finale zou gaan halen. 



Die zondag arriveerden we in Antwerpen (na een lang ritje door het Brabantse landschap de dag ervoor) en in de binnenstad heb ik in een café, waar werkelijk iedereen voor de Hollanders was, Nederland zien verliezen. Hoe Nederland die nederlaag daarna heeft verwerkt, daar ben ik dus niet bij geweest want wij gingen door. We hadden andere ‘zorgen’. Dat trauma is me dus tot op de dag van vandaag bespaard gebleven. 


Onze zorgjes van toen betroffen de ongelooflijke wind en regen eerst langs de kust in België (Koksijde en Oostende) en vervolgens in Noord Frankrijk. Waar we rakelings werden gepasseerd door grote ‘camions’, die ons ook regelmatig nat spetterden, want fietspaden dat kende men daar niet. 


En ook daar waren we op de campings een trekpleister. 

En werden we gefilmd als we ons zaakje opbraken en vertrokken. We staan op menige film. Het was zelfs zo dat mensen het kwamen vragen of ze ons mochten filmen. 
Het was dus wel redelijk uniek en vooral heel spannend en we waren trots op onze dochters, die het allemaal maar lieten gebeuren en zo hun eerste reiservaringen opdeden.

Maar de wind en de regen werden steeds meer een probleem. 
Calais langzaam naderend, we kwamen bijna niet meer vooruit, kwam ik, tegen elkaar aangekropen in het kleine tentje, schuilend voor de regen, op het idee om dan maar naar Engeland over te steken. 
Nou hadden we ons daar niet op voorbereid, dus wisten we totaal niet waar we in Engeland terecht zouden komen en hoe het daar zou zijn. 

Na een weliswaar korte maar heftige oversteek, waarbij ik aardig zeeziek ben geworden en dus blij was weer vaste grond onder mijn voeten te hebben, keken we tegen de witte krijtrotsen aan. 

Hier geen wind en regen, althans een stuk minder, maar we moesten wel omhoog en daar had mijn vrouw erg veel moeite mee. 


Dus dan maar een heel stuk lopen. 

Blij dat we boven waren, ontstond er al gauw een ander 'probleempje', omdat na enige meters naar beneden gegaan te zijn, Diny opnieuw afstapte, nu omdat ze het afdalen te gevaarlijk vond. Het was ook behoorlijk steil hier en daar.
We zijn toen neergestreken op de eerste de beste camping, met mooi uitzicht, hebben nog sporadisch tochtjes op de fiets gedaan en zijn toen van daar vooral tripjes gaan maken met de trein. 




Want je kon er heel goedkoop treinen en het stationnetje was vlakbij. 
We hebben toen met de trein zuid oost Engeland (Kent) geëxploreerd en dat was eigenlijk hartstikke leuk. 
Ik heb toen voor het eerst van mijn leven pittoreske plaatsen bezocht als Canterbury en Folkestone. En zag op de kiezelstranden hele Engelse families zitten in gezelschap van goedgevulde picknikmanden en potten met thee.

We hebben toen ook kaarten gestuurd naar onze familie en bekenden met de uitroep in heel grote letters: ‘Groeten uit Engeland’.


In de hoop dat ze verrast zouden zijn wat wel aardig gelukt is, denk ik. Want niemand wist dat we daar zaten (toen waren er nog geen ‘social media’ en we hebben ook niet even gebeld). 
Mijn broer Gerard keek dan ook gek op toen we weer thuis waren en het hem vertelden. Ik kijk nog steeds heel prettig terug naar die geweldige trip. En ben er nog steeds trots op dat we dat toen hebben gedaan. 
In Engeland hebben we de fietsen nauwelijks nog aangeraakt, tot we teruggingen. En die ging met de boot naar Zeebrugge, alwaar we met de trein verder wilden gaan naar Nederland en waar een dikke conducteur onder begeleiding van heel wat nondedju’s onze zwaar bepakte fietsen nauwelijks in de trein wist te krijgen en waar ik in Brussel op het gigantische station met de fietsen één voor één van het ene perron naar het andere heb moeten gaan. Trappen op en af en dan ook naar buiten en dan weer naar binnen. 
Toen we in de avond met als decor een prachtige zonsondergang in Baarn uitstapten, was het eerste dat ons opviel de stilte. De stilte als je aankomt in Baarn. Ik heb het vaker ervaren, als je er arriveert in de avond. De stilte van het stationsplein, slechts onderbroken door het getjirp van een vogeltje, dat nog niet van ophouden weet. Als een welkomstgroet.


Achteraf bedacht ik me dat we de eerste rondtrekkende toerfietsers waren. Later zouden er nog bosjes mensen (vooral Nederlanders) met de fiets over de hele wereld trekken met een rugzak en een tentje. Wij waren er de voorlopers van. We hadden de trend gezet. Och, misschien is het wat arrogant om dat zo te stellen, maar in elk geval voelde het wel een beetje zo. 

Dit artikel wordt vervolgd met deel zes, dat meteen het slot zal zijn van de wielerverhalen. Daarin zullen weliswaar mijn wielerbelevenissen aan de orde komen uit de periode dat ik al uit Baarn vertrokken was (o.a. mijn neerstrijken in het wielerdorp bij uitstek Elsloo in het Limburgse), maar onmisbaar als slot van deze cyclus. Het maakt de (wieler)cirkel rond. 
De publicatie zal even kunnen duren, omdat ik over enkele weken voor een maandje naar mijn geliefde Bali ('my second home') vertrek. Van Barinees tot Balinees. Het is maar één letter verschil en de gemiddelde Chinees maakt van de letter r sowieso een l ... 




Het is mijn gewoonte op Bali ook flink wat te fietsen en ik neem aan dat ik dat in de komende periode daar ook wel weer zal doen.


De consequentie is wel dat er even niets terecht komt van schrijven of tekenen. Vooral dat laatste heeft me de laatste maanden bezig gehouden, enthousiast geworden vanwege de leuke reacties op mijn tekeningen, dat er toe geleid heeft dat Eric mij heeft gevraagd een zestal tekeningen te maken om die op kaarten uit te brengen. 



Wat dus onlangs zijn beslag heeft gekregen (zie de webwinkel van de site).


Nadien ben ik zo op stoom gekomen, dat ik nu al zo'n 25 tal nieuwe tekeningen heb gemaakt, allemaal betrekking hebbend op het buurtje aan de Zandvoortweg, daar waar ik geboren ben en mijn eerste vijf levensjaren heb doorgemaakt. 'Back to my roots' dus.
Een tipje van de sluier oplichtend: er zijn al tekeningen van de boerderijen, van enkele winkeliers en van straatjes als de Nachtegaallaan, Lindenlaan en Berkenweg. Maar ook de rest van Baarn zal aan de beurt komen. De Zandvoortweg is het vertrekpunt.

Voor een magazine op Bali heb ik diverse jaren verhalen geschreven onder het motto 'dream or reality'. 




Nou mijn droom nu is het (en nu klap ik even al uit de school) het realiseren van een boek met mijn tekeningen. Eric, die mede erg enthousiast is, gaat me helpen die droom te verwezenlijken. 
En dan is de cirkel helemaal rond...


Hans Smeekes













Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter



zaterdag 25 februari 2017

Wie, wat, waar: Voetbalvereniging KPS

Speurder, de speurhond van Groenegraf.nl
Vandaag is een nieuwe uitzending in de rubriek Wie, Wat, Waar? bij RTV Baarn gestart. De rubriek is een samenwerking met Stichting Groenegraf.nl. U kent inmiddels onze speurhond "Speurneus". Tijdens de uitzending van de rubriek Wie, Wat, Waar? graaft Speurneus telkens een foto van Groengraf.nl op. Wij hopen dan dat de kijkers van RTV Baarn en de volgers van Groenegraf.nl de vragen die we hebben over de foto kunnen beantwoorden.



Dit keer zijn we op zoek naar informatie over voetbalvereniging KPS (Koninklijk Paleis Soestdijk). Deze voetbalvereniging van personeelsleden van het Paleis speelde na de oorlog op een veld tussen de Jachthuislaan en de Biltseweg, daar waar nu paarden lopen. Er was een kleedlokaal en ook een tribune. Ze speelden meestal gelegenheidswedstrijden, maar voetbalden ook altijd op de verjaardag van prins Bernhard. Dan was er ook een ‘goed doel’ (figuurlijk) aan de wedstrijd gekoppeld. Verder weet ik dat er gespeeld werd tegen oud-internationals. De wedstrijden werden vanaf 1947 gespeeld tot ongeveer 1965.

Wat we precies willen weten leest u op onze site via deze link, of bekijkt u op RTV Baarn. De uitzending blijft ook te zien op onze site via deze link. Op die plek kunt u gelijk ook uw reacties plaatsen.

We zijn heel erg benieuwd of u ons kunt helpen!








De uitzendingen van RTV Baarn zijn te zien via het digitale pakket van Ziggo op kanaal 42 of via de stream op www.rtvbaarn.nlYouTube en Facebook. 
Ook via Xs4all en Telfort met de witte afstandsbediening op kanaal 626 en via XMS, Edutel, Fiber.nl, Stipte, Lybrandt en Telfort met de zwarte afstandsbediening op kanaal 2125.



Op onze site is deze rubriek te volgen via www.groengraf.nl/wiewatwaar

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn-verhalen?
Kom in actie en deel ook uw herinneringen op Groenegraf.nl.

donderdag 23 februari 2017

De wipmolen van Lage Vuursche


de wipmolen in Lage Vuursche
Tot het moment waarop koningin Beatrix begin jaren zestig in kasteel Drakestein kwam wonen, was De Lage Vuursche geen bekende plaats. Het dorp resorteert sinds juni 1857 onder de gemeente Baarn. Na de laatste eeuwwisseling is het ge­zicht van het dorp door de aanplant van produktiebossen langzamer­hand veranderd van een open heide­landschap in een dorpje diep in het woud. 
Hierdoor is het thans nog moeilijk voor te stellen dat er bijna 250 jaar lang een molen vrij in de wind in het dorp heeft gedraaid. Ook leven er geen bewoners meer die zich de molen kunnen herinneren. Naar alle waarschijnlijkheid besloot de toen­malige eigenaar, jhr. Bosch van Drakesteijn, de molen in 1903 af te breken. In sommige huizen siert de oude molen nog op een schilderij of wandbord. Ook zijn er nog wel foto's van de molen te vinden. In een paar geschriften, die elkaar soms herhalen, blijven de belang­rijkste gegevens over de verdwenen wipkorenmolen bewaard.

Hoe werkt een wipmolen?
De Ambachtsheer van De Lage Vuursche, Ernst baron van Reede, liet waarschijnlijk in 1659 de molen in het dorp bouwen. Het jaar 1659, vermoedelijk de bouwdatum, is des­tijds in een balk van de molen aangebracht. Het type wipkorenmo­len kwam minder voor dan de stan­derdmolen. De vroegst-bekende wipmolens dateren uit de 16e eeuw. Het principe van de standerdmolen hebben we beschreven in het artikel over de Maartensdijkse molen De Hoop in de editie van 26 juni jl.

een overzicht met Drakenstein, de molen en de kerk in Lage Vuursche
De wipmolen is ontwikkeld als poldermolen. Vooral het waterrijke westen van ons land had voor de polderbemaling een draaiende be­weging voor een watermalend scheprad aan de grond nodig. De wieken van een standerdmolen drij­ven molenstenen in de molenkast aan. Bij de wipmolen wordt de draaiende beweging van de wieken door middel van een lange as, ook wel de koningsspil genoemd, over­gebracht op een groot wiel welk in­direct meerdere systemen kan aan­drijven. Nog een verschil met de standerdmolen is, dat de wipmolen in de piramidevormige ondertoren, waarin de maalstenen liggen, · iets meer bruikbaar volume aan werk­en opslagruimte heeft. De piramidevormige ondertoren van de molen rust op een vierkant stenen funda­ment. Vier eikenhouten stijlen met de nodige dwarsbalken vormen de hoofdconstructie. Op deze piramidevormige ondertoren draait het molenhuis met het wiekenkruis. Het ontstaan van de naam 'wipmolen' is als volgt. Door de aandrij­ving van de wieken boven in de mo­len en de werking van het water­scheprad beneden, ging de molen enigszins schudden. Dit werd ook wel. 'wippen' genoemd.

Het bovenhuis met de wieken bezit aan de achterzijde een houten staart. Vanaf een kruirad onder aan deze staart loopt een kruiketting of -touw waarmee de molen op de wind ge­zet kan worden. Rond de molen staan circa 10 krui palen in de grond waaraan de molen met de kruiket­ting en nog een tweede ketting wordt vastgezet. De kruiketting ligt als het goed is altijd aan een be­paalde kant, zodanig dat wanneer de wind ruimt, het molenhuis met het wiekenkruis direct zonder de ket­ting te hoeven verleggen achter de wind aan gekruit kan worden. In ons land niet zijn vele 'buien' moet een molenaar altijd rekenen met een wind die snel kan 'ruimen', dat wil zeggen bijvoorbeeld van zuidwest in korte tijd draait naar noordwest. Het omgekeerde, 'krimpen', komt ook wel voor maar gaat als regel veel langzamer en is dus voor de molen niet zo gevaarlijk. Aan de staartconstructie, goed te zien op de foto, is ook de trap bevestigd naar het molenhuis.

Na 1700 is dit type molen als koren­molen niet veel meer gebouwd. Tussen 1700 en 1750 ging men in ons land waarschijnlijk steeds meer over op het bouwen van grotere achtkantige stenen molens, de zoge­naamde bovenkruiers. Molens met een grote vaste stenen romp en een naar verhouding kleine draaibare kap. De wipmolen was als korenmolen een bijzondere ver­schijning in deze omgeving, omdat dit principe hoofdzakelijk als poldermolen ten behoeve van de waterbeheersing in ons land werd toegepast.
Op de Dwarsdijk in Tienhoven staat nog een wipwatermolen. Enkele van de reeds verdwenen wipmolens in onze provincie waren: de in 1930 afgebroken De Oude-Strijder in Tienhoven, de in 1940 afgebroken Haarmolen in Haarzuilen, de Lorre­draaier in Kamerik en de molen in Jaarsveld welke de basis was van de veevoederfirma Brokking.
Veranderingen
de molen aan de achterzijde
De molen in De Lage Vuursche be­zat twee zolders. Op de bovenste zolder lagen twee koppel stenen. De houten molenas was in 1880 zo slecht geworden, dat hij bij de kop afbrak en het hele wiekenkruis naar beneden viel. De gehele molen is la­ter met vijzels opgekrikt en voor­zien van een stenen onderbouw. Waardoor de wieken vier meter ho­ger kwamen. Ook werd de versleten houten as vervangen door een ijze­ren. Door de verhoging was de molen van grondzeiler in feite een molenaar en broodbakker in de soort 'stellingmolen' geworden. ­Maar in plaats van een rondgaande ­houten stelling rond de molen ­hier een aarden wal gelegd. Waardoor het een berg- of beltmolen werd Deze vorm kwam in de provincie maar sporadisch voor. Bergmolens waren de vroegere koren­molen in Tull en 't Waal en de molen te Amerongen. Bij het molenaarshuis was in de wal een inrit gemaakt om onder de molen te kun­nen komen. De verhoging van de molen had waarschijnlijk te maken met het opkomende bos in de omge­ving. Door de verhoging hadden de wieken meer windvang. In het verhaal over de
de molensteen op Landgoed Lievendaal
Maartendijkse molen De Hoop kwamen we Jochem van den Bunt al tegen. In 1832 staat in de Burgerlijke Stand van Maartensdijk vermeld, dat hij van de Vuursche kwam. Jochem werd in 1781 in Driebergen gebo­ren. Hij trouwde met Petronella van Viegen uit Bunnik. Petronella kwam waarschijnlijk uit de bekende molenaarsfamilie 'Van Viegen' te Bunnik. Uit deze familie stamde ook de bekende organist 'Stoffel van Viegen'. In het boek Van stulp tot kerk, dat de heer W. Otten schreef over de geschiedenis van de kerk in De Lage Vuursche, wordt de fam. Van den Bunt genoemd. De kerk ontving in 1815 de Attestatie van Van de Bunt uit Bunnik. In het boek wordt Jochem van den Bunt als korenmolenaar met een jaarlijks inkomen van f 350,- vermeld. De kerkmeester Matthijs van Es legde in 1817 een intekenlijst aan wegens buitengewoon zware reparatie­kosten aan de kerk. Ook op deze lijst komt de korenmolenaar, tevens diaken Jochem van den Bunt voor. Ook is er een zoon van Jochem, Gijsbertus van den Bunt bekend. Hij was van 1873 tot 1886 korenmolenaar en broodbakker in de Vuursche. Een andere bron vermeld W.van den Born als laatste molenaar van de Lage Vuursche.
schuin links kunt u de terp waar de molen op heeft gestaan nog zien

de familie Van Kooi
Nadat de molen omstreeks 1903 is afgebroken, is het molenaarshuis behouden gebleven. Volgens sommige oudere inwoners van Lage Vuursche hebben na vertrek van de laatste molennaar achtereenvolgens in het huis gewoond De families Pater, Van Kooi, Van de Pol, Bos en De Zoete. Vooral Van de Pol wordt herinnerd als een gezellige familie. De heer Van de Pol was wegwerker en had als hobby het houden van apen en pratende vogels.

Leuk detail: de wieken zijn hergebruikt in de monumentale zwarte schaapskooi bij de familie Schep in Lage Vuursche.Leuk detail: de wieken zijn hergebruikt in de monumentale zwarte schaapskooi bij de familie Schep in Lage Vuursche.Leuk detail: de wieken zijn hergebruikt in de monumentale zwarte schaapskooi bij de familie Schep in Lage Vuursche.

Met dank aan mevrouw Barlo die het stuk beschikbaar stelde uit de serie "Kiek nou toch 's effe an" van Koos Kolenbrander. En de familie Tesselaar voor de huidige foto's die ik mocht nemen op het Landgoed Lievendaal. Tot slot ook bedankt Leo Terschegget voor de bruine foto van de molen.


Geplaatst door L.J.A.Bakker 
 http://www.grijsvuur.nl


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter  

Kom in actie en deel ook uw Baarnse herinneringen op Groenegraf.nl

maandag 20 februari 2017

Verkiezingen in 2017, we gaan 'm weer rood maken!

door Eric van der Ent

Bernardus Johannes Josephus Wijkamp
(1879-1951)
De Tweede Kamerverkiezingen 2017 staan weer voor de deur. Op woensdag 15 maart mogen we weer naar de stembus. “We gaan ‘m weer rood maken!”, zou mijn vader zeggen, waarmee hij niet alleen bedoelde dat hij het hokje met rood potlood vulde. Nee, hij gaf daarmee ook gelijk zijn politieke voorkeur aan. In zijn tijd was het nog relatief eenvoudig om te stemmen. Voor elke politieke kleur en voor elk geloof één partij. Dat was nog wel te overzien.

Nu is het met al die splinterpartijen veel ingewikkelder geworden. Maar liefst 81 partijen lieten zich inschrijven, uiteindelijk zijn er 28 deelnemende partijen, een recordaantal. Voor mijn gevoel zijn de verkiezingen ook nog nooit zo spannend geweest. Als u ziet wat er onlangs in Amerika met de verkiezingen gebeurde, hou ik mijn hart vast voor de uitslag van onze verkiezingen. Ik hoop dat mensen met hun hart gaan kiezen en hun ego opzij zetten...

Ik had graag wat geschreven over de geschiedenis van de Baarnse gemeenteraad, maar de gemeenteraadsverkiezingen zijn pas volgend jaar. Dat doen we dus maar eens op een later tijdstip. Toch kan ik het niet laten, en wil nu een oud-gemeenteraadslid in het zonnetje zetten: Bernardus Johannes Josephus Wijkamp (1879-1951). Naar deze lokale politicus is in Baarn zelfs een laan in Baarn vernoemd: de Wijkamplaan, die oorspronkelijk Eikenboschweg heette. Ik schrijf ‘lokale politicus’, maar eigenlijk is die betiteling onjuist. Het vreemde is dat Wijkamp een soort ‘omgekeerde carrière’ heeft gemaakt. Ik zal het u uitleggen.

B.J.J. Wijkamp (rechts) als onderwijzer bij de Oosterschool ca. 1910
(Bron: coll. mevr. C.W. Adams-van Daal, Baarn)

Dhr. Wijkamp werd geboren op 11 maart 1879 in Zwolle. Zijn vader was chef in een ijzergieterij. Het was een echt arbeidersgezin. Hij begon zijn loopbaan als onderwijzer op de openbare Oosterschool in Baarn. Daar ontmoette hij ook zijn toekomstige echtgenote Lena Wilhelmina Goudswaard (1877-1975), die daar ook onderwijzeres was. Wijkamp zou tot 1921 onderwijzer blijven. Al in 1905 werd hij secretaris van de SDAP, de Sociaal Democratische Arbeiderspartij, afdeling Baarn. Die partij zou later overgaan in de PvdA. Zijn politieke kleur was dus overduidelijk rood. Rond 1919 werd hij voorzitter en korte tijd later zelfs van het gewest Utrecht. In de jaren twintig van de vorige eeuw was hij lid van de Tweede Kamer voor de SDAP. Ja, onze lokale onderwijzer had het in korte tijd geschopt tot de landelijke politiek!

De Baarnse Arbeiderszangvereniging ‘Kunst na Arbeid’ op een bijeenkomst van de SDAP. Links B.J.J. Wijkamp.
 (Bron: coll. mevr. M.M. Broerze, Soest)

Tijdens de Tweede Wereldoorlog braken er zwarte tijden aan, ook voor Wijkamp. Hij werd geïnterneerd in een gijzelaarskamp in Sint-Michielsgestel, waar hij van 1942 tot 1943 vast zat. Na de oorlog werd hij lid van het noodparlement en werd hij waarnemend Commissaris van de Koningin van de Provincie Utrecht. In 1946 kwam hij in de gemeenteraad van Baarn en werd wethouder. Dat zou hij tot aan zijn dood in 1951 blijven. Een indrukwekkende maar ‘omgekeerde’ loopbaan. De meeste politici beginnen hun politieke loopbaan in de lokale politiek, om daarna via de provincie in de landelijke politiek te belanden. Wijkamp eindigde zijn loopbaan juist op lokaal niveau en deed dat met hart en ziel. Hij zette zich zijn leven lang in voor drankbestrijding en vervulde tal van functies op gebied van volksgezondheid. In 1902 richtte hij de Vereniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken op. Daar was hij 35 jaar lang bestuurslid van. Ook in het Baarnse verenigingsleven was hij zeer actief.

Fanfare arbeidersmuziekvereniging Voorwaarts. Zittend, voor het vaandel B.J.J. Wijkamp.
Foto gemaakt in het bosje van IJsendijk, ca. 1930.
 (Bron: coll. dhr. J.F. Slooten, Baarn)

Wijkamp, begraven op de Wijkamplaan...
Op 23 juni 1951 stierf Wijkamp. Hij werd vier dagen later begraven op de nieuwe algemene begraafplaats, aan de laan die later (terecht) naar hem vernoemd werd.













Nog drie weken, dan mogen we weer stemmen. Ik wens u veel wijsheid toe bij het maken van uw keuze, maar wat u ook doet, stem met uw hart, niet met uw ego.

Op dit moment zijn we bezig om informatie te verzamelen over de geschiedenis van de gemeenteraad in Baarn. Wie kan ons helpen aan namen van en informatie over gemeenteraadsleden door de jaren heen? Lees hier meer: http://groenegraf.blogspot.nl/2017/01/de-baarnse-gemeenteraad-door-de-jaren.html


Eric van der Ent











Dit verhaal verscheen op maandag 20 februari 2017 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

  ’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’

Deze rubriek is een samenwerking tussen de Historische Kring Baerne en Groenegraf.nl    







Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. 

Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter.

Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn verhalen? 
Kom in aktie en stuur ons uw oud Baarn verhaal!

zaterdag 18 februari 2017

Zilveren huwelijk van Baarnse hotelmagnaat

 door Eric van der Ent

Hendrik (Henri) de Graaff
(1874-1954)


Hoe vier je je zilveren huwelijk als je eigenaar van het badhotel in Baarn bent? Nou, toch net even wat uitgebreider dan gemiddeld om het maar zachtjes uit te drukken. Op 10 oktober 1923 vierden Henri de Graaff en Klasina van Steeden hun 25-jarig huwelijksjubileum. We hebben het bewijs in handen dat kosten noch moeite bespaard werden. De menukaart van het feest, gegeven in het Baarnse Badhotel ligt hier voor me, en is indrukwekkend!

Hendrik (Henri) de Graaff werd geboren op 19 januari 1874 in Amsterdam als zoon van Frederik Willem de Graaff en Amalia Theresia Molenaar. Henri kwam uit een familie waar men al generaties lang schilder was, maar Henri zag dat niet zitten. Hij wilde meer. Het lukte hem om eigenaar van verschillende hotels te worden, en niet de minste hotels! In 1903 werd hij eigenaar van Huize Zomerdijk-Bussing in Amsterdam, en gérant van het Paviljoen Vondelpark in Amsterdam. Ook Hotel Hof van Holland in Hilversum was in familiebezit. Dat hij eigenaar was van het Badhotel in Baarn schreef ik al. Hij volgde daarin N.G. van Doorne op. In 1929 kocht hij het door brand verwoeste Grand Hotel Verseput in Middelburg. Dat hotel herbouwde hij en maakte het weer tot een succesvol luxe hotel. In Doorwerth exploiteerde hij vanaf 1933 het huis De Duno. De dagelijkse leiding daarvan legde hij in handen van zijn zoon Hendrik jr. De Duno werd in 1944 door oorlogshandelingen verwoest.


Als u naar de foto's van deze hotels kijkt, zal het u opvallen dat er geen derderangs hotels tussen zitten. De Graaff was succesvol en wist (puissant rijke) klanten te trekken. Hij deed dat onder andere door prima restaurants met fantastische keukens in zijn hotels te hebben. Zo opende hij in april 1925 in het Badhotel in Baarn restaurant "Le Hibou", waar een keurig verzorgd diner geboden werd 'voor den prijs van f 5,- per couvert'. Een tafel reserveren kon via telefoonnummer 1. In het restaurant organiseerde De Graaff 'Thé Dansant en Soireè Dansante' met 'The Famous Dance Orchestre Mr. Dark'. Vijf gulden per couvert lijkt weinig, maar zo'n bedrag was voor de gemiddelde Baarnse inwoner gewoon niet op te brengen, maar de rijke Amsterdamse toeristen die steeds vaker vertoefden in het mooie groene Baarn zorgden ervoor dat het hotel goed draaide. In 1938, vlak voor de geboorte van kroonprinses Beatrix was het hotel gevuld met journalisten en andere geïnteresseerden die deze bijzondere gebeurtenis in Soestdijk op de voet volgden. De geboorte van de prinses kon De Graaf niet lang genoeg duren, want zolang Beatrix nog niet geboren was, zat zijn hotel bomvol!

Het echtpaar De Graaff-Van Steeden woonde in Baarn, dus toen zich het 25-jarig huwelijksfeest in 1923 aankondigde lag het voor de hand dat het feest in hun eigen Badhotel gehouden werd.


Hierboven ziet u de menukaart die in 1923 bij het feest gepresenteerd werd. Op de voorpagina staan afbeeldingen van de vele hotels die de familie De Graaff bezat en de huwelijksdatum 10-10-1898 en en de datum van het jubileum 10-10-1923. Tussen deze data staat de naam van de gast (handgeschreven) vermeld. In dit geval de Heer M. Heere. Dat moet Mattheus Johannes Hendrikus Heere (1884-1968) geweest zijn. Hij was getrouwd met een zus van de bruid, Gesina Johanna Maria van Steeden (1883-1970). Heere was ook houder van een café restaurant, namelijk Hof van Holland in Hilversum.


Slaan we de menukaart open dan zien we op de linker- binnenzijde van de kaart de handtekeningen van de vele gasten van het feest.



Maar niet minder interessant is het menu dat op de kaart vermeld is. De gasten konden van niet minder dan elf gerechten genieten.
Welke gerechten er op de kaart staan ziet u hieronder. Wat dacht u van "Baarnsche koude voorgerechten"? Wat kunnen we ons daarbij voorstellen? Tarbot uit de vijvers van het Paviljoen, ongetwijfeld een verwijzing naar Hotel Het Paviljoen in het Vondelpark.
Gebraden kapoenen, gemest in de Baarnsche Kippenhokken. Een kapoen is overigens een gecastreerde haan. De castratie van de haan zorgde voor een gewichtstoename en een gestegen malsheid van het vlees. Kapoenen worden gebruikt voor de productie van delicaat kippenvlees.




Leuk dat deze menukaart er na zo veel jaren nog is. Zo kunnen we bijna honderd jaar later nog nagenieten van het diner dat toen genoten is.


Eric van der Ent











Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter 

Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn verhalen? Kom in aktie en stuur ons uw oud Baarn verhaal!

donderdag 16 februari 2017

Station Baarn aan de Oosterspoorweg deel 2

Het station Baarn ligt aan de zgn. (voormalige) Oosterspoorweg, de spoorlijn van Amsterdam door het Gooi en langs Amersfoort naar Zutphen, waarvoor de HSM, de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij, in 1870 een concessie verwierf.

Beveiliging: NX of AR?
Sinds de modernisering van de beveiliging in 1959 kwam ook in Baarn het klassieke armseinstelsel te vervallen. Na de invoering van NX in 1950 is men in 1956 begonnen met het uitrusten van een 27 tal kleinere stations met stationsrelaisbeveiliging, het zgn. NX-systeem (eNtrance, eXit), waarbij met begin- en eindknoppen op een tableau de totale rijweg vastgelegd kon worden.

Seinhuis III en woning 36 bij de overweg Torenlaan.  Baarn, 25 juli 1958.



De oude beveiliging is nog in gebruik, maar binnenkort nemen
lichtseinen de dienst over. Baarn, 25 juli 1958

De computer aan het werk
Het emplacement Baarn wordt bediend vanuit de procesleidingspost in Amersfoort. De treindienstleider Gooilijn beheert en bedient de stations Baarn, Hilversum en Naarden-Bussum.
Zo rond 1969 werd dit proces nog vanaf het station in Baarn bediend. De oproepinstallatie op het station bestond uit een megafoon.
Baarn, 15 mei 1969. Post T; de omroepinstallatie bestaat uit een megafoon! De post is inmiddels opgeheven: het treinverkeer wordt geregeld vanuit Amersfoort. 
De voetbrug bij het station
De voetbrug werd opgeleverd op 17 augustus 1911. Het ontwerp is van de Hollandsche Maatschappij tot het maken van werken in Gewapend Beton. Dit bedrijf had in 1906 vier van dergelijke bruggen gebouwd tussen Simpelveld en Valkenburg, waarvan er drie nog steeds bestaan. Ook is er een kloon te zien bij station Schin op Geul. Een dergelijke hoge, smalle voetbrug wordt wel 'kippenbrug' genoemd. Dit is dus niet de Kippenbrug (met hoofdletter) maar een kippenbrug (met kleine letter).


Baarn, 1 augustus 1971. Met treinstel "Hondekop 751"

Het Gedenkplateau
Op 3 juni 1946 maakte Baarn kennis met de elektrische trein, toen de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort onder de draad was gebracht. Op 25 juli 1948 volgde het baanvak naar Den Dolder. Door het VVV Baarns Bloei en namens de inwoners van Baarn werd er een gedenkplateau aangeboden aan het Spoorwegbedrijf ter herdenking van de inbedrijfsstelling van de elektrische tractie.



Een trein in Baarn beschoten
Op 25 november 1944 werd bij Baarn een stilstaande trein beschoten door geallieerde vliegtuigen. De locomotief ontplofte en de restanten kwamen terecht bij de spoorwoningen nabij de Torenlaan. De loc was een in Utrecht gestationeerde Belgische stoomloc (BSM 8478) van Duitse makelij (een G8). De machinist en stoker kwamen om het leven. De trein was gevuld met door de Duitsers gevorderde paarden. In Baarn heeft men nog een hele tijd paardenvlees gegeten. Zie "Het Spoorwegbedrijf in oorlogstijd, 1939-'45" van C. Huurman, blz. 359. De woning op de voorgrond is van de NCS, woning 36 in de achtergrond van de HSM. Beide woningen zijn in 2008 gesloopt.

25 november 1944 de ontploffing
25 november 1944 de restanten na de ontploffing

De Brandweer van Baarn en het Spoor
Bij een uitruk van de brandweer van Baarn naar o.a. Lage Vuursche of Paleis Soestdijk lopen zij het risico dat zij stil komen te staan voor een gesloten  spoorwegovergang. De spoorwegovergang bij het station van Baarn is ongeveer 35 minuten per uur gesloten. Voor de brandweer een groot risico. De route die met het uitrukken naar o.a. Lage Vuursche of Paleis Soestdijk dan wordt genomen gaat over de Wilhelminalaan richting Amsterdamse straatweg en dan richting Lage Vuursche of Paleis Soestdijk. Hierdoor behoeven zij niet te wachten voor een gesloten spoorwegovergang. 

Treinen in Baarn
Tot slot. Vele treinen stopten of passeren Baarn, hierbij enkele voorbeelden.


Baarn, 31 maart 1973. Loc 1147 passeert met een sneltrein naar Amersfoort.
Baarn, 15 mei 1969. Treinstel 328. Dit is een van de treinstellen die in december 1975 betrokken waren bij de Molukse treinkaping bij Wijster.

De sneltrein naar Amersfoort met links nog een goederentrein

Baarn, 2 mei 1998. Loc 3737 reed door het land met een goederentrein die helaas niet helemaal in stijl was. Ook was de trein een uur te laat, dus werd het een foto in de schaduw in plaats van in het mooie licht van de ondergaande zon.

Baarn, 29 mei 1998. Loc 1643 met 1115 in opzending.
Baarn, 31 maart 1981. Loc 1202 met de koninklijke trein. Beatrix, een klein jaar koningin, ging op staatsbezoek in België en Luxemburg.


Baarn, 4 maart 2005. Loc 203.1 van Volker Stevin op weg naar Hilversum

Baarn, 18 december 2005. Na het passeren van SSN-loc 01 1075 was het "Ravijn" bij Baarn minutenlang gevuld met stoom. De trein bestond uit vijf blauwe rijtuigen van de VSM. De trein was ingezet voor de vrijwilligers van de VSM, die een rit van Apeldoorn naar Zandvoort en weer terug maakten.
Baarn, 30 april 2010. Treinstel 520 als Vrijheidstrein op spoor 1.

Dit artikel is met toestemming en medewerking van de auteur overgenomen uit het informatiebulletin van de Stichting Mat’54 Hondekop-Vier (nummer 1, jaargang 2004). De foto's welwillend ter beschikking gesteld door Kees van de Meene en Edward Bary. 

 Geplaatst door L.J.A.Bakker 






Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter  
 
Kom in actie en deel ook uw Baarnse herinneringen op Groenegraf.nl