zaterdag 30 juni 2012

Te koop te Baarn, villa uit 1875 (2)

Marthinus Theunis Steijn, president van
Zuid-Afrika van 1896-1902
Op 21 juni jl. schreef ik een stukje in ons blog over een advertentie in een krant uit 1876. In dat stukje concludeerde ik dat in die advertentie een villa op de hoek van de Stationsweg en Lielaan (Prins Hendriklaan) te koop aangeboden werd. Op de linker hoek van de ingang van de Prins Hendriklaan stond Villa Baarnsteijn. Op de rechter hoek stond ook een villa, maar daar kon ik toen helaas nog niets over vertellen.

Onlangs kreeg ik echter een berichtje van mevr. A. van Keulen-Versprille. Zij schreef het volgende:

"Betreffende de villa op de rechter hoek van de Prins Hendriklaan kan ik aanvullende informatie geven. Mijn vriendin heeft enkele jaren met haar ouders (als evacué uit Den Haag ) in dit huis gewoond. Haar tantes woonden daar sinds 1917. Mevr. Ras-Roelofsen en Juffr. Roelofsen. Ik heb mijn vriendin dus het één en ander gevraagd. De naam van het huis: AESTIVA. Ze weet niet of de spelling juist is. De villa had zeker wel tien kamers, klein en groot. Ook een keuken met bijkeuken met een pomp (welwater?), een ruime kelder een een zolder met (dienstbode)kamer, een grote tuin met garage (was dat de "kleine stal?"). Helaas weet ze niet het bouwjaar, maar met deze gegevens komen we misschien verder. Er moet toch ergens op internet iets meer te vinden zijn!"


Het graf van Alida Cornelia Elisabeth
Roelofsen op de nieuwe algemene
begraafplaats
Nou, genoeg aanknopingspunten om verder te zoeken! Leuk zo'n reactie. Eens kijken of we mevr. Ras-Roelofsen en juffr. Roelofsen kunnen identificeren. Dat bleek redelijk eenvoudig. Op de oude algemene begraafplaats vond ik het graf van Dirk Jacob Ras (1859-1912) en Elisabeth Alida Wilhelmina Roelofsen (1880-1946). Dirk Jacob Ras trouwde op 30 maart 1910 met de 20 jaar jongere Elisabeth Alida Wilhelmina Roelofsen. Twee jaar later overleed Dirk Jacob en zo Elisabeth al op 32 jarige leeftijd weduwe. Volgens het adresboek van Baarn uit 1917 woonde ze op Prins Hendriklaan 17. Dat moet dus villa "Aestiva" geweest zijn. Volgens de vriendin van mevr. Van Keulen-Versprille woonde mevr. Ras samen met haar zus. Dat moet dan Alida Cornelia Elisabeth Roelofsen (1869-1952) geweest zijn. Zij is begraven op de nieuwe algemene begraafplaats aan de Wijkamplaan in Baarn.

Het graf van dhr. en mevr. Ras-Roelofsen op de oude begraafplaats

Elisabeth van der Horst overlijdensbericht
Goed, we hebben de familie Ras-Roelofsen geïdentificeerd. Dan hebben we nog de naam van de villa: "Aestiva". Googlen bracht ons niet tot een mooie foto van de villa, maar wel naar een aantal links in de database met oude kranten die door de Koninklijke Bibliotheek gedigitaliseerd zijn.

In het Algemeen Handelsblad van 19 augustus 1903 vond ik een overlijdensbericht van Elisabeth van der Horst. In dat bericht is vermeld dat de ongehuwde Elisabeth in Villa Aestiva aan de Prins Hendriklaan woonde. Korte tijd later werd de villa te koop gezet. En dan krijgt het verhaal een eigenaardige wending. In het NRC verschijnt in 1904 het bericht dat president Marthinus Theunis Steijn van Zuid Afrika de villa wil kopen. Helemaal uit de lucht gegrepen zal het bericht niet zijn, want het is bekend dat president Steijn op dat moment kampt met gezondheidsproblemen. Hij wilde naar Nederland komen om daar in een beter klimaat te kunnen herstellen. Baarn is dan als woonplaats een logische keuze want zijn twee dochters kwamen op de jonge-dames-kostschool Erica in Baarn.







Die kostschool was te vinden op de plek waar later de muisjesfabriek te vinden was. De president van Zuid Afrika die in Baarn wil gaan wonen. Dat was groot nieuws en al snel namen andere kranten het bericht van het N.R.C. over. Korte tijd later wordt het bericht echter ontkracht. Steijn zal niet in Baarn komen wonen, maar zal voor zijn herstel een warmer oord zoeken. Daarna zal hij weer terugkeren naar Zuid Afrika.


Een paar jaar later, in 1917 verschijnt er nog een bericht in de krant dat de inboedel en antiquiteiten van Jhr. Van Beijma geveild worden. Deze jonkheer woonde ook in Villa Aestiva volgens het bericht. Ik heb nog niet kunnen vaststellen wie deze Jonkheer precies was. Helpt u mee?

Na 1917 woonde de bovengenoemde familie Ras-Roelofsen in deze mooie villa.

Jhr. Lollius van Beijma
(1840-1925)
Update 24-11-2012: Bovengenoemde Jhr. Van Beijma is zeer waarschijnlijk Lollius van Beijma.
Lollius van Beijma is geboren op 20-08-1840 in Leeuwarden, zoon van Julius Matheus van Beijma en Anna Catharina Adema. Lollius is overleden op 27-03-1925 in ’s-Gravenhage, 84 jaar oud. Hij is begraven op 31-03-1925 in Baarn, Oude Algemene Begraafplaats aan de Berkenweg.
Beroepen:
oud-majoor der grenadiers en jagers en Intendant van Koning Willem III ten paleize Soestdijk
raadslid te Baarn
Lollius trouwde, 29 jaar oud, op 12-11-1869 in Haskerland met Fokel Berber Helena Vegelin van Claerbergen, 21 jaar oud. Fokel is geboren op 25-11-1847 in Joure, dochter van Pieter Benjamin Johan Vegelin van Claerbergen en Aurelia van Beijma. Fokel is overleden op 11-04-1919 in ’s-Gravenhage, 71 jaar oud. Zij is begraven op 14-04-1919 in Baarn, Oude Algemene Begraafplaats aan de Berkenweg.

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter.

maandag 25 juni 2012

Villa Klein Guldenhof in Baarn

Villa "Klein Guldenhof" aan de Eemnesserweg?
Tijd voor een raadsel weer. Op 27 mei j.l. plaatste ik een stukje in ons weblog over een bekend stukje Eemnesserweg in Baarn, met wat foto's van vroeger van de plek waar nu Albert Heijn te vinden is.
Onder andere het prachtige pand van notaris Römer aan de Eemnesserweg nummer 40 is daar te zien. Links naast dat pand, op nummer 42, was nog een villa. Daar woonden de dames Wits en Van Beverwijk. Ook dat pand is op die foto te zien.

Naar aanleiding van dat artikel kreeg ik een berichtje van dhr. R. Boelens, uit Ter Aar. Hij schreef ons dat zijn opa Jan Boelens op nummer 44 woonde. Dat was dus links naast nummer 42 en rechts naast Villa Vijverhof, dat nog steeds op nummer 46 te vinden is. Dhr. R. Boelens ging daarop te rade bij de Historische Kring Baerne en kreeg de hier afgebeelde foto van "Klein Guldenhof" toegestuurd. Dhr. Boelens herinnert zich deze villa echter niet. Ook het huisje links ernaast kan hij niet plaatsen. Toen ik de foto toestuurde aan kinderen van notaris Römer toestuurde, die daar vlakbij gewoond hebben, kregen we het bericht dat het pand waar Boelens woonde er niet zo uitzag. De woning van de familie Boelens zou een twee-onder-één-kap geweest moeten zijn. Als je ervoor stond woonde rechts de familie Boelens en links (op nummer 44a) de familie Hoekendijk.

Detail van de gevelopschrift
Toch staat vast dat dit Villa "Klein Guldenhof" is. De naam prijkt op de gevel. Door te Googlen op de naam "Klein Guldenhof" vond ik drie jaarboeken van het genootschap "Amstelodamum" waarin de villa vermeld wordt. Dit genootschap heeft zich tot doel gesteld de kennis van en de belangstelling voor het verleden en heden van Amsterdam te bevorderen. Het genootschap bestaat al sinds 1900 en heeft de gewoonte om elk jaar een jaarboek uit te geven. In die jaarboeken is ook een adressenlijst van de leden van het genootschap te vinden. In de jaargangen 1921, 1923 en 1928 heb ik het volgende lid gevonden:

Een knipsel uit het jaarboek van Amstelodamum,
met de vermelding van "Klein Guldenhof"
Dhr. J.C. Weisz jr., Klein Guldenhof, Eemnesserweg 44 in Baarn.
Dat duidt er toch weer op dat de villa op deze foto op deze plek gestaan heeft. Wij staan voor een raadsel.

Wie kan ons meer informatie geven en wie heeft er foto's van de genoemde panden aan de Eemnesserweg. Het zou leuk zijn als we dit raadsel samen kunnen oplossen.

Update 13 januari 2016 van Chris Maas:
Pas nu (13-01-2016) word ik geattendeerd op dit stukje over Villa Klein Guldenhof. Mijn moeder, inmiddels 95 jaar oud, vertelt mij dat haar grootouders Weisz in dit huis gewoond hebben. Na overlijden van beide grootouders heeft haar vader (G.H.Kleinhout) die getrouwd was met een dochter Weisz het huis verbouwd tot een 2 onder 1 kap woning en het kleine huisje ernaast afgebroken. Dit was vóór de oorlog. In de 2 onder 1-kapper woonden de familie Boelens en Kareltje Hoekendijk. Hiermee is het raadsel eindelijk opgelost!

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter.

zondag 24 juni 2012

De Zoete en Paleis Soestdijk

De bossen en de tuinen van Paleis Soestdijk, niet alleen
het domein van de Oranjes, maar ook een beetje van de
familie De Zoete...
De Zoete is een naam die onlosmakelijk verbonden is met Baarn en vooral met Paleis Soestdijk in Soestdijk, gemeente Baarn. Generaties lang woonden de De Zoetes in Baarn en omgeving en nog steeds zijn er afstammelingen van hen te vinden in onze plaats. Generaties lang ook werden zij naar elkaar vernoemd, waardoor voornamen als Hessel, Zilvester, maar vooral ook Samuël keer op keer terug te vinden zijn in hun stamboom. Leden van de familie De Zoete hadden vaak beroepen die met de natuur te maken hadden. Zo zijn vier generaties werkzaam geweest als bosbaas en plantagemeester in de bossen van het domein van Paleis Soestdijk.

Het verhaal begint in het noorden van Frankrijk, waar Aernoudt de Soete (1620-1694) woonde met zijn echtgenote Elisabeth Mannassedr van Winnenseel (1625-1688).  Aernoudt was de eerste De Zoete die zich vanuit Belle, dat tegenwoordig Bailleul heet, vestigde in Nederland, in Woubrugge. Hij was van beroep ‘vellebloter’, ofwel handelaar in huiden. Daarnaast vervulde hij de functies van schoolmeester, koster en voorzanger. Drie generaties lang oefenden zijn nakomelingen Johannes de Soete (1646-1694), Dammes de Soete (1676-1728) en Johannes de Zoete (1697-1765) eveneens het ambt uit van schoolmeester en koster, in Oegstgeest. De laatstgenoemde Johannes de Zoete trouwde met Geertrui Mol en hij kwam in augustus 1717 als eerste De Zoete naar Baarn, waar hij ook als schoolmeester en koster ging werken. Hier werd in 1771 zijn kleinzoon Hessel geboren, zoon van Samuël de Zoete en Lena van den Brom. Hessel was de eerste De Zoete die ‘plantagemeester en opzichter der bosschen te Zoestdijk’ zou worden. Op 25 december 1791 trouwde Hessel voor de kerk in Eemnes-Binnen met Martijntje Hageman, dochter van Zilvester Hageman en Magdaleentje van Latem. Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren. Na de geboorte van hun laatste dochter Aaltje in 1810 ging Hessel werken in de bossen van Paleis Soestdijk. In 1811 werd hij officieel aangesteld als plantagemeester. De binding met het paleis zou vier generaties in stand blijven en steeds overgaan van vader op zoon. Hessel werd 70 jaar oud, hij overleed op 15 februari 1841. Zijn vrouw Martijntje stierf op 23 juni 1848 op 74-jarige leeftijd. Zij werden begraven op de oude algemene begraafplaats aan de Berkenweg.

Het begraafboek met daarin vermeld Hessel de Zoete, begraven op de oude algemene begraafplaats
Het verhaal gaat dat een De Zoete op de Bisschopsweg bij de brug over de Eem soldaten van Napoleon heeft tegengehouden door het uitdelen van jenever. Dit verhaal werd in 1965 door een bejaarde man verteld. Het gebeuren zou hebben plaatsgevonden in 1795 en het kon bijna niemand anders geweest zijn dan de toen 24-jarige Hessel. Of dit verhaal waar is …?

Anna Paulowna en Koning Willem II
Gerrit de Zoete (1802-1861), zoon van Hessel en Martijntje, trad in de voetsporen van zijn vader. Hij kwam in dienst als plantagemeester van het domein Soestdijk. Zijn aanstelling vond plaats onder Anna Paulowna (1795-1865), weduwe van Koning Willem II. Gerrit zou later ook nog dienen onder Koning Willem III (1817-1890) en diens broer Prins Hendrik. (1820-1879). Onder Willem II werd radicaal gebroken met de baroktraditie en werden nieuwe ontwerpen voor tuinen en bebossing doorgevoerd. 
In de periode dat Gerrit er werkzaam was, werden de domeinen uitgebreid tot een terrein van meer dan 800 ha.

Gerrit was op 27 juni 1834 in Baarn getrouwd met Trijntje Veldhuizen (1800-1890), dochter van Gijsbert Veldhuizen en Aaltje Hamming, en zij kregen zes kinderen. Hun eerste zoon Samuël, die op 13 oktober 1834 in Baarn werd geboren, stierf reeds na ruim twee weken. Een tweede zoon, die in het daaropvolgende jaar ter wereld kwam, werd ook Samuël gedoopt. Deze zoon zou later zijn vader opvolgen als de derde generatie De Zoete die verbonden was aan Paleis Soestdijk. Gerrit overleed op 15 mei 1861 in Baarn op 59-jarige leeftijd. Vermoedelijk werd hij begraven op de oude algemene begraafplaats aan de Berkenweg. Het begraafboek van dat jaar is echter helaas verloren gegaan, dus hieraan kan geen zekerheid ontleend worden.

De oude algemene begraafplaats in Baarn, waar vele generaties "De Zoete" begraven werden
Echtgenote Trijntje stierf op 10 januari 1890, 89 jaar oud, en werd begraven op de oude algemene begraafplaats. Het ligt hiermee wel voor de hand dat ook Gerrit daar zijn laatste rustplaats had gevonden.

Samuël de Zoete 1835-1919
Na het overlijden van zijn vader Gerrit trad zoon Samuël de Zoete (1835-1919) op 1 juli 1861 in dienst als bosbaas op het domein Soestdijk ten tijde van het verblijf van Anna Paulowna op het paleis. Naast zijn functie als bosbaas werd hij raadslid van de gemeente Baarn en kandidaat Provinciale Staten/Tweede Kamer. Na Anna Paulowna diende Samuël – net als zijn vader - ook onder Prins Hendrik en Koning Willem III, alsmede onder Koningin Emma. Hij zou meer dan vijftig jaar als bosbaas en plantagemeester op Paleis Soestdijk in dienst blijven.

Het graf van Samuël de Zoete en
Aaltje van de Vuurst
In de periode van zijn plantagemeesterschap werden grote stukken van het landgoed verkocht, o.a. voor van de aanleg van de spoorlijn Amsterdam – Amersfoort. Tevens werden de buitenplaatsen Canton, Peking en Rusthoek van de hand gedaan. Twee jaar na het overlijden van Prins Hendrik, in 1879, werd zijn huis ‘De Eult’, een buitenplaats tegenover paleis Soestdijk, gesloopt, maar de prachtige geometrische tuinen zijn grotendeels bewaard gebleven en maken nu deel uit van het Baarnse bos.
Samuël was op 19 juni 1863 getrouwd met Aaltje van de Vuurst, die werd geboren op 9 mei 1838 in Baarn als dochter van Jan van de Vuurst en Bartha de Vries. Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren. Samuël overleed in Baarn op 9 augustus 1919 op 83-jarige leeftijd. Hij was toen al weduwnaar van Aaltje, die op 3 april 1913 was overleden in de leeftijd van 74 jaar. Beide echtelieden werden begraven op de oude algemene begraafplaats, waar de eerdere bos-bazen ook hun laatste rustplaats hadden gekregen. Het grafmonument van Samuël en Aaltje is hier nog steeds te vinden. In het graf is ook hun zoon Hendrik de Zoete begraven, die in 1895 al op 18-jarige leeftijd gestorven was.

Samuël de Zoete (1875-1962) en Anna
Verdelman, trouwfoto
Zoon Samuël jr. (1875-1962), die zijn vader zou opvolgen in zijn functie, werd hiermee de vierde generatie bosbaas op Paleis Soestdijk. Hij zou tevens de laatste De Zoete worden die werkzaam was in de paleistuinen. Samuël werd geboren op 26 maart 1875 in Baarn. Op 24 februari 1904 trouwde hij in ’s Gravenhage met Anna Verdelman (1876-1938), die aldaar op 7 juni 1876 geboren werd als dochter van sigarenmaker Frederik Verdelman en Dieuwke de Vries. Uit het huwelijk van Samuël en Anna werden zes kinderen geboren. Vermoedelijk woonde het gezin in één van de gebouwen tegenover het paleis. En opmerkelijk is dat ongeveer tweehonderd jaar later in exact dezelfde woning een achter-achter-achter-achterkleindochter woont van de eerste plantagemeester Hessel Samuëlszn De Zoete. Samuël de Zoete overleed op 7 juli 1962 in Baarn op 87-jarige leeftijd. Zijn echtgenote Anna stierf al vele jaren eerder, op 29 juli 1938 op 62-jarige leeftijd in Baarn. Het echtpaar werd niet op de oude algemene begraafplaats aan de Berkenweg begraven, maar op de nieuwe algemene begraafplaats aan de Wijkamplaan, waar hun grafmonument nog steeds te vinden is.
Het graf van Anna Verdelman en Samuël de Zoete
aan de nieuwe algemene begraafplaats

Vier generaties plantagemeesters en bosbazen De Zoete zijn de revue gepasseerd en we kunnen vaststellen dat de familie De Zoete een groot aandeel hebben geleverd in de aanleg van de tuinen en bossen rondom Paleis Soestdijk. Hiermee zouden we het verhaal ‘De Zoete en Paleis Soestdijk’ kunnen beëindigen, ware het niet dat we nog drie leuke zijstapjes kunnen maken:

Gerrit de Zoete, de tweede De Zoete die op het domein Soestdijk werkte, had een neef, Geurd, die ook als arbeider in de bossen van Soestdijk in dienst kwam. Geurd de Zoete (1841-1933) was een zoon van Gerrits oudere broer Zilvester en Teunisje van de Hoek. Mogelijk heeft Zilvester ook op Soestdijk gewerkt, maar het bewijs daarvoor hebben we niet kunnen vinden.

Geurd werd in 1919, samen met zijn vrouw Elbertje van Voorthuijzen, op de foto gezet voor de krant vanwege hun 50-jarig huwelijk. In hetzelfde artikel werd vermeld dat hij op dat moment al achtenveertig jaar werkzaam is in de bossen van het domein Soestdijk. 
Elbertje van Voorthuijzen en Geurd de Zoete, foto gemaakt
ter gelegenheid van hun gouden huwelijksfeest
In die jaren had hij onder vijf Oranjevorsten gediend: aangesteld onder de weduwe van Willem II, Anna Paulowna en gewerkt onder Prins Hendrik, de broer van Willem III, de Prinses-Weduwe, Maria van Pruisen (1855-1888), de tweede echtgenote van Prins Hendrik, Koning Willem III en de Koningin-Moeder Emma (1858-1934), de tweede echtgenote van Willem III. Aangezien hij in 1871 in dienst trad, zal hij dus zeker samen met zijn neef Samuël de Zoete (1835-1919) gewerkt hebben en zeer waarschijnlijk ook met diens zoon Samuël jr. (1875-1962). Geurd en Elbertje kregen vijf kinderen, waaronder zoon Zilvester. Zilvester werd tuinman, o.a. bij de families Stork en Duys, en op het laatst bij het Burgerziekenhuis in Amsterdam. Mogelijk zal hij het vak geleerd hebben bij zijn vader op het domein Soestdijk.
Zilvester de Zoete en Hanna Radstok 25 jaar getrouwd.
 De ouders van Zilvester, Geurd en Elbertje zittenlinks en rechts naast hen.
Geurd overleed op 91-jarige leeftijd op 12 januari 1933 in Baarn. Hij werd te ruste gelegd bij zijn echtgenote Elbertje, die al tien jaar eerder was overleden, op 20 juni 1923 in Baarn. Ze werden samen begraven op de nieuwe algemene begraafplaats aan de Wijkamplaan.

Jan de Zoete (1868-1936)
En dan het tweede zijstapje: Jan de Zoete (1868-1936). Jan werd op 16 januari in Baarn geboren als zoon van Samuël de Zoete, bosbaas in de derde generatie, en Aaltje van de Vuurst. Jan was dus een broer van Samuël jr. Hij werd aangesteld als boswachter te Soestdijk, maar werd later timmerman en aannemer. Jan trouwde met Johanna Maria de Jong (1869-1949), dochter van Joost Marinus de Jong en Maaike den Hartogh. Zij kregen een zoon die (hoe kan het ook anders) Samuël werd genoemd, maar deze Samuël zou niet in de bossen van Soestdijk belanden. Hij werd timmerman en leraar in het nijverheidsonderwijs.

Johanna Maria de Jong (1869-1949)
En tot slot het derde zijstapje: Gerrit de Zoete (1864-1948). Ook Gerrit was een zoon van Samuël en Aaltje en dus de broer van boswachter Jan en van de laatste bosbaas op Soestdijk, Samuël jr. Gerrit werd eerst assistent- en later bosbaas op het domein. Hij trouwde in 1894 met Aartje van Rootselaar (1864-1943), dochter van Gerrit van Rootselaar en Aartje van den Hazel. Uit het huwelijk werden negen kinderen geboren. Hun eerste zoon, (uiteraard) Samuël, werd slechts vijf maanden oud. En hun tweede zoon werd natuurlijk opnieuw Samuël genoemd. Geen van de kinderen kwam uiteindelijk te werken in de bossen en de tuinen van het paleis. Gerrit werd 84 jaar en stierf op 2 november 1948 in Baarn. Zijn echtgenote Aartje overleed op 78-jarige leeftijd vijf jaar eerder in Baarn, op 28 mei 1943. Zij werden begraven op de nieuwe algemene begraafplaats aan de Wijkamplaan. Het graf is inmiddels geruimd.
Gerrit de Zoete (1864-1948) en Aartje van Rootselaar (1864-1943)

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter.

donderdag 21 juni 2012

Te koop te Baarn, villa uit 1875

Dhr. Eelco Sok uit Baarn emailde ons een leuk raadsel. Uit een balk van een grachtenpand in Amsterdam kwam een stuk krant tevoorschijn. Het betreft hier het Algemeen Handelsblad van 6 februari 1876. Dus een krant van 136(!) jaar oud. De tekst is gedeeltelijk goed te lezen, maar vooral in het laatste gedeelte van de tekst is het artikel zodanig beschadigd dat de tekst niet meer te lezen is.

Maar geen nood, we leven tenslotte in 2012. Vandaag de dag wordt zo'n beetje alles gedigitaliseerd, neem bijvoorbeeld maar eens een kijkje op onze site ;-)

De website van de Koninklijke Bibliotheek bracht uitkomst. Daar vonden we een gescande versie van exact dezelfde krant, en nu wordt de tekst compleet zichtbaar.

Blijkens de advertentie moest u zich vervoegen bij de meester-timmerman Maatkamp te Baarn om de villa te kunnen bezichtigen. Blijkbaar was het niet nodig erbij te vermelden waar deze heer Maatkamp te vinden was, want een adres is er niet bij vermeld.
Volgens een adresboek van Baarn uit 1888 woonde timmerman Johannes Gerrit Maatkamp (1835-1910) aan de Eemnesserweg in Baarn. Deze geboren Baarnaar was een zoon van Gerrit Maatkamp en Petronella van Eijken. Blijkbaar was deze timmerman naast zijn dagelijkse werkzaamheden als timmerman tevens makelaar. Zijn zoon Frans Maatkamp (1865-1948) zou overigens later "echt" makelaar worden, maar ook hij was naast makelaar ook timmerman. Hij woonde aan de Veldstraat.
Afijn, dhr. Maatkamp hebben we nu geïdentificeerd, maar we blijven toch nog zitten met een ander vraagstuk: om welke villa gaat het hier precies?

Waar het Amalia-Park is, is duidelijk. Dat is grofweg het gebied tussen het station aan het Stationsplein en de Prins Hendrikaan. Ook de Lielaan kunnen we duiden. De Prins Hendriklaan heette voordien Lielaan. Maar de nieuwe Stationsweg, waar was die weg te vinden? Of zou dat gewoon de huidige Stationsweg zijn? Het station werd in 1874 gebouwd, het artikel is uit 1876. Het station was dus op dat moment nog maar 2 jaar oud. Misschien werd de huidige Stationsweg in die tijd daarom wel nieuwe Stationsweg genoemd. Het was immers een nieuw station.

Villa Baarnsteyn

Aangenomen dat bovenvermelde redenering juist is, dan zou het hier kunnen gaan om "Villa Baarnsteyn", die villa was te vinden op de linker hoek van de Stationsweg - Prins Hendriklaan. Deze villa was jarenlang de woning van de intendant van paleis Soestdijk, Johan Frederik Hendrik Guimond de Briquemond. Volgens de website van Archief Eemland werd de villa rond 1878 gebouwd en in 1969 gesloopt.

De villa op de andere hoek van de Prins Hendriklaan - Stationsweg
Maar het zou ook nog de villa op de andere hoek van de Prins Hendriklaan - Stationsweg kunnen zijn. Of deze villa een naam had is mij niet bekend. Weet iemand dat?
Het zou leuk zijn als we kunnen achterhalen wanneer deze beide villa's exact gebouwd zijn. Als één van de twee in 1875 gebouwd is, dan kunnen we denk ik aannemen dat we met dit puzzelen goed zitten.

Beide villa's zijn inmiddels lang verdwenen, zoals zoveel verdwenen is in Baarn.

De sloop van de rechter villa....

En dit hebben we ervoor terug gekregen...
Klik hier om het vervolg van dit verhaal te lezen.


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter.

zondag 17 juni 2012

Tuinman Dirk Pijpers

Deze foto werd ons aangeboden door dhr. D.W. Pijpers uit Apeldoorn. Op de foto staat zijn grootvader Dirk Pijpers afgebeeld (midden).

Drie tuinmannen aan het werk. In het midden Dirk Pijpers (1885-1955)

Links en rechts van Dirk Pijpers staan nog twee tuinlieden afgebeeld. Of ze die dag veel werk verzet hebben valt te betwijfelen. Ze staatn op de foto weliswaar met gereedschap afgebeeld, maar ze staan ook keurig in het pak, compleet zakhorloge. (Klik op de foto voor een vergroting). Nee, de mannen staan keurig uitgedost, speciaal voor de foto.
Detail van de bovenste foto

Dirk Pijpers (1885-1955)
Dirk Pijpers is op 18-5-1885 geboren in Nijkerk, als zoon van Wouter Pijpers en Aaltje Wouters. In 1911 trouwde hij in Nijkerk met Geertje Mulder. Kort na zijn huwelijk kwam hij naar Baarn om als tuinman op Groeneveld te komen werken. Kleinzoon D.W. Pijpers vermoedde dat deze foto bij kasteel Groeneveld gemaakt is. Dat durf ik echter te betwijfelen. Het pand op de foto lijkt in geen enkel opzicht op Groeneveld en ook de bebouwing achter het pand herken ik niet. Natuurlijk zijn we heel erg benieuwd of u herkent waar deze foto gemaakt is en of u de beide andere tuinlieden herkent. Laat het ons weten.

Dirk Pijpers bleef tot 1929 in Baarn wonen. Het gezin woonde aan de Gaslaan. Zoals gezegd was hij tuinman op Groeneveld, maar hij was ook actief voor School- en Werktuinen. Hij stond bekend als een man met een hart van goud, maar kleine kinderen waren soms nogal bang voor hem. Dat kwam met name door zijn harde stem.
In 1929 vertrok het gezin Pijpers naar Ede. Op 6 januari 1955 overleed Dirk aldaar.

Dirk Pijpers (links achteraan, de man met de pet) bij School- en Werktuinen Baarn. Rechts achteraan met hoed
staat Carel Gustaaf Werner, directeur van School- en Werktuinen.

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter.

Willem Broerze en Griet van de Kuilen

Willem Broerze 1873-1919
De titel ‘Willem Broerze en Griet van de Kuilen’ is wat misleidend. Dit verhaal vertelt weliswaar over Willem Broerze, maar aangezien hij al op jonge leeftijd verongelukte, gaat het met name over Margaretha van de Kuilen en haar kinderen Broerze. Margaretha van de Kuilen stond bekend als ‘Griet van half elf’. Die bijnaam had ze waarschijnlijk te danken aan het feit dat ze elke dag om half elf de buurvrouw luidkeels uitnodigde om koffie te komen drinken. De naam Broerze komt al generaties lang voor in Baarn. Alle reden dus om aandacht aan deze familie te besteden in dit artikel.

Enkele generaties geleden luidde de naam ‘Broerze’ nog ‘Broer’. De opa van Willems vader Gerrit heette Adrianus Broer en ook Gerrits oom Jacobus had de naam Broer. In de tijd dat Napoleon iedere burger verplicht stelde een vaste achternaam te kiezen om het ronselen van soldaten en het innen van belastingen te vergemakkelijken, werden de patroniemen vaak de achternamen. Broerze betekende ‘zoon van Broer’ en Gerrits vader, Aldert Gerrit, kreeg deze vadersnaam als achternaam.

Willem Broerze werd geboren op 21 december 1873 in Baarn als zoon van Gerrit Broerze en Maria Radstok. Uit het huwelijk werden zeven kinderen geboren, waarvan er zes de volwassen leeftijd haalden. Het was beslist geen vetpot in het gezin Broerze. Vader Gerrit was arbeider en moeder Maria kreeg op 17-jarige leeftijd een ‘voorkind’, Hendrikus Radstok, hetgeen betekende dat er in het gezin Broerze zeven kindermonden gevoed moesten worden met het karige loon van vader Gerrit. Willem was de jongste van het gezin. Naast zijn halfbroer Hendrikus had hij nog drie broers, Hendrik, Aldert Gerrit en Dirk, en drie zussen, Jannetje, Jacoba, die op eenjarige leeftijd overleed, waarna nog een Jacoba geboren werd.

Margaretha van de Kuilen 1878-1947
Als jonge knaap diende Willem bij de grenadiers, een elitecorps dat o.a. de bewaking van het koninklijk huis verzorgde. Grenadiers werden vaak gekozen om de grootte van hun gestalte. Kleinere personen werden ingedeeld bij de jagers. Willem zou later in de bouw gaan werken als sjouwerman. Op 4 mei 1895 trouwde hij op 21-jarige leeftijd met de 17-jarige Margaretha van de Kuilen. Zij werd geboren op 16 april 1878 in Stoutenberg als dochter van Wouter van de Kuilen, die werkzaam was bij de spoorwegen, en Maria Kroon. Het huwelijk tussen Willem en Margaretha was een ‘moetje’. Later zou ze vertellen dat ze als hoogzwangere zeventienjarige nog stond te kaatsenballen.

Op 9 juli 1895 kwam dochter Maria Broerze ter wereld, die al een maand later overleed. In totaal zouden er vijftien kinderen geboren worden. Het treurige is dat slechts vijf van hen de volwassen leeftijd haalden. De jongste zoon, de bekende kunstenaar Jan Broerze, zag in 1913 het levenslicht. Hij zou zonder twijfel moeders lievelingetje worden.




Het trouwboekje van Willem Broerze en Margaretha van de Kuilen

Volgens ‘zeggen’ zou Margaretha eenentwintig keer zwanger zijn geweest, inclusief een aantal miskramen. Tussen 1895 en 1913 werden vijftien kinderen geboren, waarvan in de periode 1900-1904 zes kinderen, waaronder twee tweelingen. Zes kinderen in vier jaar tijd!

Op 15 februari 1919, kort na de Eerste Wereldoorlog, sloeg het noodlot toe. Willem ging met zijn twee jongste zoons, Willem en Jan, naar het Baarnsche Bos om hout te zagen voor de kachel. Bij de vijver De Lindenkom in het bos klom Willem in een boom en leunde waarschijnlijk op een dode tak, die afbrak. Willem viel uit de boom en in het bijzijn van zijn zoons brak hij zijn nek en stierf ter plekke. Een ramp voor het gezin Broerze dat hiermee vader Willem al op 45-jarige leeftijd moest verliezen.
De Lindenkom in het Baarnsche Bos waar Willem Broerze verongelukte

Op 19 februari, werd Willem begraven op de nieuwe algemene begraafplaats aan de Wijkamplaan, die toen nog de Eikenboschweg heette.

Margaretha van de Kuilen en haar jongste zoon Jan Broerze voor hun
huisje op de hoek Oosterstraat / Eikenboschweg
Griet stond er alleen voor. Er waren huwelijksproblemen geweest die haar de relatie met haar moeder gekost hadden. De ruzie was zo hoog opgelopen dat moeder Maria Kroon, die schuin tegenover Griet in de Oosterstraat woonde, haar dochter niet wilde zien op haar sterfbed. Griet had lelijke trekjes en die werden haar door de familie zeer kwalijk genomen. Er waren veel ruzies in de familie Broerze, welke meestal door haar veroorzaakt werden. Na het overlijden van Willem is Griet enige tijd alleen geweest. De oudste kinderen werkten en moesten hun loon afstaan aan hun moeder. Dat zorgde af en toe wel voor onenigheid in het gezin.

Margaretha van de Kuilen
Na het huwelijk van zoon Aldert Gerrit (Gert) met Lies Radstok, kwam Griet bij hen het loon ophalen. Lies legde fijntjes uit dat dat niet mogelijk was, omdat Gert nu met haar getrouwd was. Griet riep uit: ‘En wat moet ik dan?’ Ook zoon Wim moest zijn geld afgeven toen hij ging werken op zijn twaalfde jaar. Griet beloofde dat ze voor hem ging sparen voor als hij zou gaan trouwen. Toen Wim echter in het huwelijk trad met zijn geliefde Greet Wiss, was het enige dat hij kreeg een nieuw pak. Het geld was op. Schoonouders Frans Wiss en Lijs Tammer hebben de jongelui toen geld gegeven om o.a. meubels te kunnen kopen.

Griet zelf ging wassen voor rijkere families in Baarn om aan geld te komen. Ze stond bekend om de helderheid van haar wasgoed. Dat kwam door het spoelen, zo werd wel verteld, want tegen veel water gebruiken zag ze niet op. Ze spetterde en spatterde in het rond. Haar hele leven heeft in het teken gestaan van geldgebrek.






De schade na de cycloon die Borculo verwoestte
Op 10 augustus 1925 raasde een cycloon over het Gelderse stadje Borculo en omgeving. De schade was enorm, er vielen doden en gewonden en de gebeurtenis werd in de kranten breed uitgemeten. Ramptoerisme kwam op gang. Meer dan een miljoen nieuwsgierigen bezochten de weken daarna het stadje. Zoon Gert werkte in die tijd ‘in de kolen’. Hij huurde een open vrachtwagen van zijn baas, maakte hem schoon en plaatste er banken op. Voor één gulden per persoon kon men nu mee naar Borculo om te gaan kijken. Moeder Griet mocht ook mee op één van die ritjes. Zij hoefde uiteraard niet te betalen. Toen ze daarna echter haar wekelijkse steun van vijf gulden ging ophalen, werd ze hier op aangesproken door mevrouw Wafelbakker, die bij de armen niet populair was en zeker niet mild als er iets onreglementairs of onwettelijks werd ontdekt. Zomaar een gulden uitgeven om naar Borculo te gaan? Schande! Griet verdedigde zich. Natuurlijk was ze voor niets mee geweest en had ze niet hoeven betalen voor de rit. Toch kreeg ze die week maar vier in plaats van vijf gulden steun: zoon Gert had haar plaats moeten verkopen en haar die gulden moeten geven. En dat was niet de laatste keer dat ‘de steun’ met haar afrekende…

Trouwfoto Cornelis Geijtenbeek en
Margaretha van de Kuilen, 1929
Toen Griet verhuisde naar een huurhuis op de Eikenboschweg en haar huisje op de hoek van de Eikenboschweg/Oosterstraat werd verkocht, dacht ze eindelijk wat geld te hebben. Het huisje bracht tweehonderd gulden op. Haar vijf overgebleven kinderen kregen als wettelijke erfenis gezamenlijk de helft hiervan. De overige honderd gulden waar Griet op gerekend had, moest ze teruggeven aan de steun vanwege het feit dat deze haar gedurende een aantal jaren vijf gulden per week uitkering had verstrekt. De kinderen hebben haar toen het grootste deel van hun erfenis gegeven.

Op 15 november 1929 hertrouwde Margaretha van de Kuilen met gasfitter Cornelis (Kees) Geijtenbeek. Kees werd geboren op 5 april 1870 in Soest als zoon van Leutje Geijtenbeek en een onbekende vader. Kees was weduwnaar. Hij was getrouwd geweest met Dina Maria Radstok en ook hij had uit zijn eerste huwelijk kinderen. Bij het trouwen van Kees en Griet waren hun jongste kinderen nog thuis. Beide zonen Wim (Geijtenbeek) en Wim (Broerze) hadden ongeveer dezelfde leeftijd. Ze hebben daarna veel met elkaar opgetrokken, ook tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarin Wim Geijtenbeek een prominente rol in de ondergrondse speelde. Het huwelijk van Kees en Griet verliep stroef en was dan ook geen lang leven beschoren. Ze kregen over van alles ruzie en dat liep hoog op. Hij maakte koffie, alleen voor zichzelf, en zij gooide er dan een hand zout in. Druiven, die kennelijk niet bedoeld waren voor Griet, plaatste ze eens op zijn hoofd om ze vervolgens fijn te slaan met een broodplank.

Margaretha van de Kuilen getekend door
haar jongste zoon, de kunstenaar Jan Broerze
Op een bepaald moment vertrok Kees en vertelde hij haar dat ze kon fluiten naar de aardappelen op het stukje land dat ze hadden. Toen hij ze echter de volgende dag wilde rooien, was hij te laat: het rooien had Griet al gedaan! Toen Kees in een huis achter de Sumatralaan ging wonen, wilde Griet toch weer naar hem toe. Haar zoons Wim en Jan hielden haar dan tegen en brachten haar weer naar huis. Uiteindelijk zal dat niet veel geholpen hebben, omdat Griet vast andere wegen had gevonden om toch bij Kees te komen…

Toen Margaretha van de Kuilen op 6 november 1947 op 69-jarige leeftijd overleed, werd ze op haar rouwkaart als weduwe van Willem Broerze vermeld en kwam Kees Geijtenbeek in het verhaal niet meer voor. Op 10 november werd ze begraven op de nieuwe algemene begraafplaats aan de Wijkamplaan. Kees Geijtenbeek overleed op 19 december 1955 in Baarn. Hij werd vijfentachtig jaar oud.





Rouwkaart Margaretha van de Kuilen

Met dank aan mevrouw M.M. Broerze, Soest, kleindochter van Willem Broerze en Margaretha van de Kuilen, voor haar hulp met het schrijven van dit verhaal en het ter beschikking stellen van het beeldmateriaal.


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter.

zaterdag 16 juni 2012

Een Baarnse Jonkheer sterft aan het front

Jacob August Cornelis Hartsen 1891-1916
Tijdens het surfen op internet trok dit bericht op internet mijn aandacht. Het betreft de familie Hartsen.

In 1877 komt Jonkheer Jacob Hartsen naar Baarn. Tot dan toe was hij directeur van de Maatschappij Electra in Amsterdam geweest. Hij kwam naar Baarn omdat hij directeur van de gasfabriek in Baarn zou worden. Hij zou tot aan zijn dood in 1892 in Baarn blijven wonen en directeur van de Gasfabriek blijven. Jacob was getrouwd met Alma Augusta Then Bergh. Ze kregen samen drie kinderen: Maria Jacoba Hartsen (*1890), Jacob August Cornelis Hartsen (*1891) en Caroline Julie Emilie Hartsen (*1892). Alle drie de kinderen zijn in Baarn geboren. Zijn laatste dochter heeft hij nooit in levende lijve gezien. Voordat Caroline geboren werd is Jacob Hartsen al overleden. Hij werd slechts 49 jaar oud.

Het gezin was vermogend dat blijkt wel uit de prachtige villa die het gezin bewoonde. Ze woonden aan het Westeinde (tegenwoordig heet die laan Prins Bernhardlaan) de villa Florence Grove, vlakbij het Badhotel in Baarn.

Florence Grove, aan de Prins Bernhardlaan 3 in Baarn
Jacob August Cornelis Hartsen 1891-1916
Jacob Hartsen sr. overleed dus op relatief jonge leeftijd op 18 januari 1892 in Baarn. Hij werd begraven op de oude algemene begraafplaats aan de Berkenweg in Baarn. Weduwe Alma Augusta Then Berg trouwt in 1900 te Amsterdam met Richard Theodor von Hennig, een officier (luitenant-generaal) bij het Saksische leger. Het gezin vertrekt dan naar Duitsland. De kinderen zijn op dat moment nog jong.
In 1911 wordt zoon Jacob August Cornelis Hartsen in de adelstand van het koninkrijk Saksen opgenomen evenals zijn zus Maria Jacoba in 1915. Of Jacob jr. bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit is onduidelijk. Het schijnt dat hij in 1912 Duits staatsburger is geworden. Hij komt in dienst van de Duitse luchtmacht, hoewel de Duitse luchtmacht in die tijd in principe geen buitenlandse huurlingen of vrijwilligers toelaat. Maar mogelijk is voor de Nederlandse stiefzoon van een hoge Duitse militair een uitzondering gemaakt.

Overlijdensbericht van Jacob Hartsen. Blijkbaar werd hij in
Duitsland Jacob VON Hartsen genoemd
De 25-jarige jonkheer Jacob August Cornelis Hartsen sneuvelt op 15 juli 1916 tijdens de slag aan de Somme. De slag aan de Somme (Noord-Frankrijk) was een grote slag in de Eerste Wereldoorlog waarbij meer dan een miljoen slachtoffers vielen. De Franse en Britse legers vochten tegen het Duitse leger. Volgens het Nederlands Adelboek (1967) is een luchtgevecht boven Mons en Chaussée Jacob jr.  noodlottig geworden. Hartsen bekleedt de rang van eerste luitenant en heeft de functie van waarnemer in een vliegtuig. In een rouwadvertentie van 21 juli 1916 in de NRC staat overigens dat Hartsen de rang van eerste luitenant bekleedt in het huzarenregiment nr. 18. In dat bereden regiment heeft hij waarschijnlijk gediend voordat hij toetrad als waarnemer tot de Duitse luchtmacht. Opmerkelijk aan de foto uit een onbekend Nederlands tijdschrift die stilstaat bij het overlijden van Jacob Hartsen zijn de medailles op zijn uniform. De meest linkse is de modeldecoratie van Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Deze medaille heeft hij waarschijnlijk voor zijn dienstneming in Nederland gekregen. Hartsen draagt deze medaille op een prominentere plek dan het Pruisische IJzeren Kruis tweede klasse. Geeft hij daarmee aan welke onderscheiding hij het meeste waarde hecht?

Laatse rustplaats van Jacob, zijn moeder en stiefvader
Jacob August Cornelis Hartsen werd begraven in Dresden op het Garnisonsfriedhof. Zijn moeder en stiefvader zouden later in hetzelfde graf begraven worden.






Update 21-12-2013: Dhr. R. Venema uit Baarn liet ons nog het volgende weten:
In uw webloog zag ik o.a. het verhaal van Jhr. J. von Hartsen. Jacob von Hartsen die in 1916 was gesneuveld was drager van de volgende onderscheidingen:
Ridder in de orde van St. Heinrich van Sachsen (Heilige Hendrik) , de Albrecht Orde 2e klasse van Sachsen en het IJzeren Kruis 2e klasse van Pruisen .
Jacob von Hartsen was officier der Huzaren maar de mogelijkheid bestond om vanuit dat onderdeel een opleiding bij de (Duitse) luchtmacht te volgen. Na het behalen van deze opleiding bleef je bij de 'luchtmacht' (die toen op dat moment nog geen zelfstandig krijgsmachtonderdeel was) maar was je nog wel officieel lid der huzaren.

Jacob von Hartsen was zeer beslist geen drager van het ridderkruis Oranje Nassau zoals vermeld in uw weblog. Deze Nederlandse ridderorde werd in die periode uitgereikt aan personen op hogere leeftijd en die zich verdienstelijk hadden gemaakt in het koninkrijk Nederland en dat was bij Jacob zeker niet het geval.


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter.